Image Image Image Image Image Image Image Image Image Image

| 19 maart 2024

Scroll to top

Top

Nieuwe vonken: ‘Whiff’

Nieuwe vonken: ‘Whiff’
Yme van Galen

Zolderstudiootjes, pussymagnets van zwetende puberjongetjes, zappa en slecht opgenomen bluespianisten uit 1924. We hadden een gesprek met de artiest die zich niet aan een genre laat binden en zich meer bekommert om de ziel: ‘Whiff’.  Bereid je voor op een portie brandende ambitie en ondervind daarbij wat voor inspiraties of drijfveren daar allemaal aan ten grondslag liggen.

“Het bespelen van een instrument is voor mij altijd een manier geweest om een gevoel dat in me zit kwijt te kunnen of juist verder te ontdekken” – Whiff

Stel jezelf even voor en vertel ons eens hoe het allemaal begonnen is?
“Mijn naam is Whiff (Dries van Elten, 18) en ik kom uit Eindhoven. Sinds mijn vroege jaren ben ik erg geboeid geweest door muziek en geluid in het algemeen. Mijn ouders bevestigen dit trots door geregeld te quoten hoe ik op 3-jarige leeftijd huilend op de grond lag na het horen van ‘De Spin Sebastiaan’ van De Willy B. Kids (een heuze aanrader trouwens). Ik ben mijn interesse gaan ontwikkelen door meer te gaan luisteren hoe verschillende muziek klonk en vooral hoe het me liet voelen. Vervolgens was ik op 10 jarige leeftijd, toen ik mijn allereerste gitaar van mijn ouders cadeau kreeg (een 35 euro kostende strat-copy die voor maar liefst 2 akkoorden gestemd kon blijven), in staat om de geluiden die ik eerder alleen kon horen in de muziek van anderen te recreëren en zelfs naar mijn eigen hand te zetten. Ik denk dat de reden dat ik in de jaren die volgden zo ben door gegaan met het ontdekken van de gitaar en andere instrumenten is dat ik de gitaar vanaf de eerste keer dat ik hem oppakte beschouwde als een verlengstuk van mijn emoties, en niet als die stereotype-pussymagnet  die veel zwetende puberjongetjes voor zich zien. In dat geval zou de drang om beter te worden en de mogelijkheden te verkennen wel verdwijnen na het leren van Wonderwall, denk ik.

Toen ik wat behendiger werd met de gitaar ontdekte ik hoe leuk het was om met
vinyl/cd’s/downloads (Limewire destijds…) mee te spelen en daarover te improviseren. Dit werd
dan ook mijn grootste vorm van muzikaal vermaak tot ik, pak ‘m beet een jaar geleden, begon
mijn eigen nummers te schrijven. Dit jaar zijn er twee singles verschenen die deel uit gaan maken
van mijn debuut album waar op dit moment hard aan gewerkt wordt. Ik speel op het album alles
zelf in, los van drums en blazers want daar zijn mijn wensen groter dan mijn kunnen. Ondanks
dat dit een solo-project is hou ik er echt van om andere muzikanten naast me te hebben in het
proces, dat houdt je visie breed. Het meest extreme voorbeeld is mijn laatste single “Funk
O’clock”, waar de Drums (Niels van de Meulenhof), Alt Sax (Guus verkooijen) en Tenor Sax
(Harrie The Man) door andere muzikanten zijn ingevuld.  Ondanks dit voorbeeld is Whiff een
solo-artiest en geen groep omdat het eerste ontwerp van de muziekstukken al voor een groot
deel ontworpen zijn voordat er een andere muzikant aan te pas komt.”

Zaten jullie eerder in andere bands of kennen we je ergens van?
“Ik heb op de middelbare school met veel enthousiasme gespeeld bij Augpop, waar ik als frontman onder andere te zien was als in de band ‘Constipatiebus’. Wellicht zegt je dat iets?”

Wat zijn de grote inspiraties voor je eigen sound?
“Ik speel op mijn album veel verschillende genres. Het gaat van Rock naar Soul-ish en van Hip Hop tot Blues et cetera. Deze diversiteit zie je ook terug in mijn invloeden. Zo kan ik bijvoorbeeld net zo hard gaan op een slecht opgenomen Blues-pianist uit 1924 als op een doordacht geproduceerde Prodigy-plaat. Echter heb ik één artiest die met kop en schouders boven de rest uitsteekt als je het aan mij vraagt, en dat is Frank Zappa. Ik hoor mijn vrienden alweer zuchten bij het vallen van zijn naam, ik bombardeer hen namelijk obsessief met lyrics en muziek van hem en ze worden er aardig gek van… sorry jongens, here I go again.

De muziek van deze componist, gitarist en activist biedt voor mij de grootst mogelijke inspiratie vanwege zijn absolute klasse wat betreft compositie, creativiteit, virtuositeit en vooral ook humor. Zijn composities zijn altijd boeiend. Hij zoekt namelijk telkens de randjes op van de muziek maar vooral binnen zichzelf.”

“Without deviation from the norm, progress is not possible” – Zappa

“Deze mindset is van mij voor groot belang. Hij toont namelijk met zijn inmiddels meer dan 110 (!) uitgebrachte albums dat creativiteit niet op kan raken, het kan telkens weer opnieuw opgeroepen worden door weer iets nieuws uit te proberen en dat motiveert mij enorm als ik in een muzikale/creatieve sleur zit. Ik ben er van overtuigd dat zijn hilarische, humoristische kijk op het leven iedereen zou kunnen helpen wat meer te focussen op hoe grappig het leven soms is en dat we niet alles en iedereen zo serieus moeten nemen als we nu doen. Het lezen van de titels “Don’t Eat The Yellow Snow”, “Stick It Out” en “Evelyn, A Modified Dog” toont zijn hilarische visie op de wereld uitstekend.

Als gitarist inspireert Zappa mij het meeste als hij gitaar speelt. In zijn ‘lompe en hakkende’ manier van spelen hoor ik niets dan emotie, frustratie, verdriet, verwondering of wat hij dan ook wil overbrengen in dat nummer. Het toppunt van het overbrengen van emotie is het nummer “Watermelon in Easter Hay”.  Ik ken weinig mensen die hun tranen hebben kunnen inhouden tijdens het horen van dat nummer.

De scheurende solo’s die soms voor wel 14 minuten door kunnen gaan zijn zo hypnotiserend  doordacht en bouwen perfect op naar een climax. Dat is extra knap als je je realiseert dat 99% van zijn solo’s in het moment wordt bedacht. Dat laatste is iets dat ik als ik live speel altijd toepas. Zappa heeft me geleerd om een begin en eindpunt van de solo te hebben, maar de gehele reis tussen die twee in het moment te onderzoeken. Hierdoor wordt een nummer nooit hetzelfde en zal het altijd interessant blijven om te spelen. Deze gedachte en zijn overtuiging dat de gitaar de speler moet leiden tijdens solo’s zijn het best terug te horen in mijn muziek.”

Wat is het verhaal achter de muziek en wat wil je de wereld vertellen?
“Het bespelen van een instrument is voor mij altijd een manier geweest om een gevoel dat in me zit kwijt te kunnen of juist verder te ontdekken. Toen ik er achter kwam hoe veel de impact van
de muziek groter kan worden door de tekst de muziek te laten versterken, ben ik me daar in
gaan verdiepen en mijn eerste teksten gaan schrijven. Toen ik destijds op 13 jarige leeftijd voor
het eerst verliefd werd begon dit natuurlijk met grootse teksten als “O baby baby baby I love you
so much”.  Gelukkig merkte ik snel dat er een ontwikkeling gaande was en ik werd beter en beter in het beschrijven van mijn emoties en het mooi weergeven daarvan. Omdat deze ontwikkeling parallel
liep aan mijn groeiende interesse in Blues, is een groot deel van mijn eerste teksten gebaseerd
op de teksten uit de Delta- en Elektrische Blues. Die invloeden hoor je in het goed terug in de
teksten die op mijn debuut album “Mojo Vibes” gaan verschijnen. Deze zijn voor een groot deel
geschreven in mijn periode van depressie, waardoor thema’s zoals eenzaamheid, paniekaanvallen en het proberen vast te houden aan nostalgische gedachten niet zeldzaam zijn.Toch houdt dit niet in dat het album verdrietig of depressief klinkt. In tegendeel: er stroomt een soort laconiek optimisme door de plaat heen en in sommige nummers zoals “Funk O’clock” zelfs de energie van een goed gezellig feest. Dat optimisme komt voort uit mijn drang om, ondanks de tegenslagen die het leven voor ieder in petto heeft, door te gaan en een positieve visie te behouden. Dit is iets dat ik graag wil overdragen aan mijn luisteraars. Ik wil dat ze zich met de verhalen uit de muziek kunnen identificeren en er kracht uit kunnen halen. Net zoals het troost kan bieden om als je verdrietig bent een verdrietige plaat op te zetten, omdat je je dan niet meer alleen voelt en je gehoord voelt.

Ik begin in het productieproces langzaamaan ook te merken dat ik graag verder wil gaan en niet al te
lang meer in deze verdrietige teksten wil blijven hangen. Zo bracht mijn drang om meer comedy in
mijn muziek te brengen me al bij het schrijven van een nummer genaamd “Trampoline Grandma”.
Misschien iets voor een toekomstig, meer komisch album…?”

Waarom gaat Eindhoven Rockcity sowieso meer over je horen? Of wat is er zo eigen aan jullie?
“Los van het feit dat ik geen genre heb waar ik in vast blijf hangen doordat ik meerdere genres op één plaat pleur, ben ik enorm trots op het feit dat ik mensen muziek kan aanbieden die ik op dit moment voor 90% in mijn zolderstudiootje van een paar honderd euro creëer. Dat klinkt misschien raar. Al die andere muziek die ik luister wordt toch in dure studio’s opgenomen en geproduceerd? Dat klopt, en juist daarom ben ik trots.

Ik zie dit album namelijk onder andere als een soort referentiekader. Hoe vet kan ik klinken als ik alles gewoon zelf op zolder opneem en mix? (Masteren wordt wel buitenshuis gedaan door Pieter Kloos, The Void Studio Eindhoven).

Niet veel van de muziek in je dagelijkse afspeellijst zal op deze manier geproduceerd zijn en daarom ben ik er zo trots op en vind ik dat mijn muziek die ik op dit moment maak iets unieks, speciaals en heel ‘eerlijks’ met zich meedraagt. Natuurlijk ben ik me er bewust van dat het produceren op deze manier ook wat ‘flaws’ met zich mee gaat brengen maar hier maak ik me geen zorgen over omdat ik er zeker van ben dat ik in de toekomst mensen die op dat vlak groter zijn en iets unieks in me zien ga kunnen overtuigen om met me te werken.”

Wat is het meest ‘rockcity’ plekje van Eindhoven?
“Voor mij is dat de kleine zaal van de Effenaar tijdens een rauw, psychedelisch concert met de muziek van Captain Beefheart. Frank Lammers speelde Beefhearts repertoire daar een tijd terug en dat was zo rauw als het maar wezen kan. De perfecte vertolking van de scheurende vocalen in de nummers zorgden ervoor dat ik de kleine knusse zaal van de Effenaar sinds dat concert als meest Rockcity plek van Eindhoven zie.”

Welke plaat is de ultieme ‘rockcity’ plaat?
“De ultieme Rockcity plaat voor mij is “Magic Moments” van het Eindhovense Sweet d’Buster. Ik kan me goed herinneren dat mijn vader deze voor het eerst opzette en ik gedurende het hele album met mijn mond open kwijlend zat te luisteren naar de saxofoon van Bertus Borgers die door de speakers klapte en de kamer vulde met warmte en spanning. Het album is een compilatiealbum en heeft werkelijk de perfecte mix van dynamiek, virtuositeit en catchyness (mocht dat een woord zijn).

Dit is in mijn herinnering het eerste album waarin ik de basgitaar een zeer prominente rol hoorde vervullen. Die rol is het beste hoorbaar in afsluiter “It Take A Lot Of Time – To Let All People Know” waarin de basgitaar perfect zijn dragende – en ook lead-rol aanneemt. Waar ik eerst het schrijven van elk lied begon op vooral gitaar, werd nu de basgitaar ook een optie. Dit resulteerde bijvoorbeeld in het schrijven van het nummer “We Only Love When We Cry”. Het album maakt ook korte metten met het uit laconisme voorgekomen idee dat de bassist altijd maar braaf de akkoordprogressie moet volgen zonder te veel uitstapjes te maken. Voor dat soort ‘gepruts’ is op dit album geen plek.”

Wat zijn de toekomstplannen?
“Het actuele hoofdplan is het finishen van het debuutalbum. De eerste mixes beginnen al binnen te rollen, dus ik hoop hem zo snel mogelijk af te hebben!Los van dit hoofddoel heb ik meer plannen voor de toekomst. Zo wil ik veel tijd spenderen aan het schrijven van nieuwe muziekstukken, voor een toekomstig tweede album. Echter zal dit op dat moment niet mijn grootste doel zijn omdat ik vooral bezig zal zijn met het zoeken naar topmuzikanten om een Whiff live-act mee te creëren. Het opzetten van een vloeiende en met andere genres variërende Blues-Rock act is waar de focus op zal gaan liggen wat dat betreft. Net als op het album zal dynamiek en afwisseling van emotie en energie belangrijk worden.”

Waar kunnen mensen jullie live in actie zien binnenkort?
“Zoals voorheen vermeld wordt er gewerkt aan de live-uitvoeringen van mijn muziek. Zodra hier meer duidelijk over is zal er op mijn sociale media meer info en data verschijnen!”

Willen jullie nog iets anders kwijt dat we niet gevraagd hebben?
“Ja! Ik wil graag bereikbaar zijn voor degenen die iets aan me willen laten weten na het horen van mijn muziek of het lezen van dit interview. Ook sta ik altijd open voor nieuwe creatieve ideeën/samenwerkingen. Stuur in dat geval ff een mailtje naar Whiffmusic@hotmail.com!”