’68 strooit op code geel donderdag scheutig met ongezouten rock n’ roll.
- Maurice van der Heijden
- On 27 november 2024
’68 en The Homeless Gospel Choir zouden in het heilige Stroomhuis staan maar zoals we allemaal weten kan dat niet meer door gaan. Daarom is de show verplaatst in de meest metal en gezellige huiskamer van Stratumseind: The Jack. Gitarist en zanger Josh Scogin schopte vroeger kont met de ruige metalcore act The Chariot die lang geleden met Norma Jean Dynamo aandeed. Ook met ’68 stond hij daar al eens. Met een drummer maakt hij de laatste jaren flink wat lawaai en rock & roll. Het rockt als de neten en nadat onze recensent het tweetal in 2019 nog gezien heeft in het Amerikaanse Portland wordt het tijd om poolshoogte te nemen hoe de vlag er anno 2024 bij hangt.
Tekst: Maurice van der Heijden Foto’s & EHBO: Theo Visser
Dat ging niet zonder slag op stoot op een avond waar Code Geel is afgekondigd door de gladheid. Op de fiets naar The Jack viel dat wel mee maar op de Kruisstraat werd uw schrijver geschept door een auto die de haaientanden voor het fietspad over het hoofd had gezien. Wenkbrauw open – dat wil wel bloeden en een ontwrichte schouder. De chauffeur rijdt na een korte sorry echter door maar gelukkig is er een getuige en later de politie die ook gelijk via camera’s het kenteken heeft bemachtigd. Vol adrenaline en shock twijfel ik tussen de eerste hulp of toch de show. Het bloeden stopt vrij snel en al snel denk ik: “deze gast gaat mijn avond niet helemaal verknallen”. In het einde van The Homeless Gospel Choir set kom ik binnen. In een redelijk volle zaal is het een mix van emo zang en akoestische folk punk van een charmante Amerikaan die tussen de nummers door genoeg voer heeft om het publiek te boeien met zijn korte sketches. Helemaal binnen komt het door de omstandigheden natuurlijk niet. Wat ik wel hoor zijn de tekst flarden “I never give up” and “You never gonna be normal cause you are a punk” wat hartverwarmend en aanstekelijk werkt. Derek Zanetti mag volgende keer in de herkansing.
Net voordat ’68 begint blijkt fotograaf Theo ook goed een pleister te kunnen plakken. Eindhoven Rock City bij ongevallen zeg maar. Als ’68 er gelijk op klapt en direct het publiek meekrijgt is de juiste keuze gemaakt en de thuisblijvers mogen via deze recensie lezen dat ze iets gemist hebben. Als vergelijking pak ik het Eindhovense Tankzilla erbij want daar heeft het duo zeker iets van weg alleen worden de songs van de albums flink uitgerekt als in een jamsessie. Dat werkt met rockende akkoorden en dikke drum groove perfect. Na een paar nummers als er een tijd alleen drums is te horen met een sample en noise maar zonder gitaar iets minder.
In die noise komt gelukkig al snel weer de snerpende vocalen van Josh op en een dikke rock riff is nooit ver weg. Een dame in het publiek wil een oud nummer horen die band niet heeft gerepeteerd. Josh verontschuldigd zich vooraf maar al snel blijkt aan het gejuich te horen dat hij de tekst voor het grootste deel toch kent. De fan heeft het nummer vast helemaal goed meegezongen. In een huiskamer setting valt bij uitstek een tweetal goed op zijn plek; Josh weet met zijn rake statements de lachers op zijn hand te krijgen (hij kijkt vaak niet naar het publiek) en zegt dat ze het beste naar de drummer kunnen kijken die vooraan en haaks op het podium zit. Roffels en breaks zijn wel besteedt aan Nikko Yamada.
Zelfs als Josh tijdens het laatste nummer zijn kit begint op te ruimen, de gitaar in een loop doorgaat weet hij op alleen de snare de groove te maken. En dat is de gehele set de motor van de band waar Josh Scogin zijn fratsen overheen strooit. Het is knap hoe de gitarist/zanger met hulp van loops en samples al ruim tien jaar de kleine zaaltjes ruim een uur lang weet te vermaken. Het vierde album ‘Yes, And…” is alweer een tijdje uit, dankzij deze rockende show is wat extra aandacht voor plaatwerk meer dan verdiend.
Follow Us