90’s grunge feestje Come As You Are lijkt uit haar jas te groeien

Met namen Als Buffalo Tom, Mudhoney en Bettie Serveert. Weet je wel wat je zo’n beetje kan verwachten op Come As You Are ’24. Toch zou je het festival beslist tekort doen door het enkel als een retro festival te omschrijven. Daarvoor staat er teveel aanstormend talent. Veelal in de kleine zaal en klinken oudgedienden als Bettie Serveert en Green Lizard ook na ruim dertig jaar nog te fris en fruitig.
Tekst: Theo Miggelbrink | Foto’s Gerrit Smallbrugge
Een van die aanstormende bands zijn de locals van Death Sells zij mogen vandaag openen. Enigszins vertraagd kom ik de grote zaal van de Effenaar binnenlopen omdat de guests van Vals Licht niet met naam en toenaam op de gastenlijst stonden. Dus het duurde even voordat ik aan de beurt was. Maar op dat moment heeft frontvrouw Michaela Nitsotoli een heerlijke vocale uitbarsting. Dit is nineties van haar meest duistere kant. De immer suïcidale frontvrouw Inger Lorre van pre-grungers Nymphs zou nog een puntje kunnen zuigen aan zoveel boosheid.
Na de intense opener steken we door naar de kleine zaal voor Vals Licht. De gemoedelijke neder-grungers zetten een aangename, maar enigszins kabbelende, set neer. Waarbij ook met het publiek gegrapt wordt over die ene keer per jaar dat ze nog samen op het podium staan. Maar natuurlijk blijft slotsong en voormalig radiohit ‘Het Licht’ die song die hen hun plekje op het affiche garandeert.
Na Vals is het rennen we naar de grote zaal want Bettie Serveert, beslist een van de publiekstrekkers van deze editie, staat al vroeg geprogrammeerd. Ze trappen af met oudje ‘Palomine’ van het gelijknamige debuutalbum. Het album dat twee jaar gelden dertig jaar bestond en vorig jaar een minitoerje langs o.a. Paradiso en TivoliVredenburg opleverde. De grote zaal staat vanaf de derde act vandaag dan ook stampvol. ‘At capacity’ lijkt een understatement, al kan het zijn dat ik de grote zaal van de Effenaar nog nooit écht uitverkocht heb gezien. Het publiek wordt niet teleurgesteld. Want de dame en heren stuiteren nog steeds enthousiast over het podium (al heeft bassist Herman Bunskoeke inmiddels wel een krukje binnen handbereik) en oudjes, als ‘Palomine’, ‘The Kid’s Allright’ en ‘Tom Boy’, worden net zo makkelijk afgewisseld met nieuwer werk als ‘Brother (in Lions)’ en ‘Love Sick’ van het in 2016 verschenen Damaged Goods. Carol van Dijck Blijft een van die zeldzame frontvrouwen die ook bij gruizige gitaarsongs kippenvel op de armen van de luisteraar weet te toveren.
Na afloop van Palomine blijven we even in de grote zaal plakken. Hierdoor is Alien Chicks al flink op stoom als we de kleine zaal binnenkomen. Alien Chicks, die anders dan de naam doet vermoeden, voor twee derde uit heren bestaat, is beslist de meest energieke band van deze editie van Come As You Are , waarbij vooral bassist Stefan opvalt. Hij is ongetwijfeld een discipel van Flea. en stuitert vrolijk van links naar rechts over het podium. Gelukkig stuitert de sound van hun jazz-infused-mathrock net zo hard mee. Dus dat levert een mooie symbiose van beeld en geluid op.
Misty Fields omschreef Personal Trainer vorig jaar nog als “lo-fi slacker indie”. Termen waar u recensent altijd blij van wordt. Maar met de uitgebreide bezetting van de band met twee blazers is van lo-fi eigenlijk geen sprake meer. Lekker chaotisch is het wel. En dat is bij tijd en wijle magisch maar kan ook flink ontsporen in langgerekte jam-achtige passages. Het blijft altijd een dubbeltje op z’n kant bij de licht chaotische maar altijd charismatische Willem Smit.
Omdat we van aanstormend talent Hiqpy in de kleine zaal niks willen missen verlaten de eclectische heren en dame van Personal Trianer. voortijdig. Hiqpy is een soort “Bettie Serveert 2.0” De gelijkenissen zijn evident. Een vrolijk stuiterende harige ietwat mollige bassist, een gitarist die net als Bettie’s Peter Visser in zijn gitaar lijkt te willen kruipen tijdens gruizige gitaarsolo’s en een platinablonde zangeres en gitariste. Maar verschillen zijn er ook. Daar waar Bettie’s Carol vooral grossiert in onweerstaanbare earworms, is de band rond de prachtige Abir Hamam, gestoken in maatpak-met-sexy-twist, vooral erg mysterieus. Dat is te danken aan haar zanglijnen, waarmee ze de gruizige gitaarsongs van haar kompanen voorziet van zoete Arabische toonladers. En dat de heren en dame pas een (ter ere van record store day) gereleasete single hebben mag de pret niet drukken. Ze maken indruk met dit optreden en de afsluitende ‘Red Flag Magician’ en ‘Something’ staan gelukkig beiden op die single.
Omdat we te lang bij de merch-stand van Hiqpy zijn blijven hangen. missen we de eerste nummers van Mudhoney. Eeuwig zonde natuurlijk want deze routiniers waren in de jaren tachtig verantwoordelijk voor de “oerknal” die het grunge-genre veroorzaakte. Je zou dus kunnen stellen dat zonder Mudhoney dit festival niet eens bestaan zou hebben (of toch op z’n minst onder een andere noemer plaats zou hebben gevonden). Maar zei ik “routiniers”? Dat dekt de lading wel een beetje, want zonder gas terug te nemen walsen de heren stevig door. Zelfs voor tussentijds applaus wordt nauwelijks ruimte gelaten. En omdat The Clockworks, een van de spannendste bands vandaag op het affiche, in de snel dichtslibbende kleine zaal speelt verplaatsen wij ons daar naar toe voordat het laatste Mudhoney-akkoord geklonken heeft (en ik weet het, daar doen we de band ongetwijfeld tekort mee).
Op de zestiende editie van Misty Fields (vorig jaar dùs) zagen wij de heren van The Clockworks ook al acte de présence geven. “urgent” was toen het woord waarmee ik de set samenvatte. Aan urgentie heeft de band het afgelopen jaar niets ingeboet. En als het even kan klinkt de band nog net een tikkeltje strakker én urgenter dan vorig jaar. De song die er in dat kader wellicht het meest uitspringt is is ‘Mayday Mayday’ met het toepasselijke refrein “Mayday mayday, I Need A Payday”. U ziet de heren bezingen ongetwijfeld de onderkant van de samenleving. Je bent tenslotte Ier, of je bent ’t niet. Maar de enthousiast op en neer gaande hoofden van het (toch voornamelijk) veertig plus-publiek bewijzen dat de jonge honden van The Clockworks weer wat nieuwe zieltjes gewonnen hebben.
Buffalo Tom, is samen met Bettie Serveert een van de publiekstrekkers. Een band wiens grootste hit de gitaarsound van de nineties misschien nog wel beter vangt dan de naamgevers van dit festival. De band zet vanavond gelijk de toon door met ‘Summer’, een van hun publieksfavorieten, te openen. ‘I’m Allowed’ volgt halverwege de set ook nog, maar in de tussentijd nemen de heren een uur de tijd om lekker te grasduinen in hun oeuvre van grofkorrelige gitaarliedjes. Waarbij vanzelfsprekend de nadruk ligt op de nineties, Maar ook ‘Helmet’ van hun dit jaar verschenen album Jump Rope passeert de revue. U ziet, ook deeltijd muzikanten blijven creatief. Grootste hit ‘Taillights Fade’ wordt vanzelfsprekend tot het einde bewaart. Maar echte afsluiter is ‘Crutch’.
Wanneer je als nostalgicus tot die grootste hit van Buffalo Tom gewacht hebt, betekent dat dat je achteraan in de rij aan moet sluiten om de kleine zaal binnen te komen om Green Lizard te zien. De Tilburgers gaven natuurlijk al veel vaker acte de présence op Hit The City. maar meestal was dat als begeleidingsband van Rudeboy om cover-versies van andere nineties iconen te spelen. Zo niet dit jaar. Het is namelijk dertig jaar geleden dat de band opgericht werd. Daarom treedt ze in de originele bezetting aan. En bij de band rondom de broertjes Tjon Ajong is van enige slijtage nog geen sprake. Beweerde ik eerder nog dat Alien Chicks de meest energieke band van vanavond was? Dat is ook zo en dat neem ik niet terug. Maar ze hebben geduchte concurrentie van de Tilburgers die waarschijnlijk een jaar of dertig ouder zijn. Een speciaal bedankje voor drummer Roeland van Remi Tjon Ajong klinkt dan ook zéér gemeend, want hij is het die deze losgeslagen bende met z’n strakke drumspel in het gareel houdt. En geveinsd of niet, het “spontaan” als laatste nummer gespeelde ‘Anal’ F•ck’ staat wel degelijk op de setlist, maar het is net als de rest van de set een nummer dat er goed inhakt.
In tegenstelling tot het gros van de bands is bestaat de laatste band uit de jonge honden van Stone. Best knap, met slechts één volwaardige elpee in de pocket gepromoveerd worden tot afsluitende act op de mainstage. Maar dat het om een prille band gaat, daar valt niks van te merken. Hun songs liggen beslist lekker in het gehoor. En mocht het niks worden met de reunie-tour van Groot Brittanië’s meest arrogante broertjes. Dan is Stone een goede kandidaat om het stokje over te nemen. Al was het maar omdat ze in hun hoekige punky-songs dansbare invloeden van illustere bands als Stone Roses en Happy Mondays achteloos weten te verwerken. Bij slotsong ‘Leave iIt Out’ bedankt de zanger ons “from the bottom of is heart” ook al is dat hart dan van “stone”. Het is in ieder geval een heerlijk jakkerende song — met een klein Oasis-citaatje — en een mooie opmaat naar het afsluitende feestje. Van de Wodan Boys in de Kleine zaal.
Als “high energy loudmouth rockmusic” worden de Wodan Boys omschreven. Wat dat precies inhoudt weet ik niet. Maar het dekt de lading aardig. Een feestje kunnen de heren ook zeker bouwen, songs als ‘Fun Fact’, ‘Bells’ en ‘Karaoke Rockstar’ zijn songs die je na een keer luisteren kunt meezingen én ze hebben heerlijke gitaarhooks. Bovendien klokken alle liedjes keurig onder de drie minuten waardoor de heren er in de drie kwartier speeltijd een indrukwekkende 15 songs doorheen jassen. Vanzelfsprekend sluiten ze af met het van de EP Wodan Boys II afkomstige ‘Wodan Boys’. De prijs voor energiekste band winnen ze vandaag echter niet. Die gaat naar Alien Chicks. Of was het nu toch naar Green Lizard?
U was weer fijn Come As You Are en als ninetiesmuziek volgend jaar nog net zo populair is, mogen jullie best overwegen om het festival weer terug te verhuizen naar het Klokgebouw hoor Effenaar!
Follow Us