Charlie & The Lesbians – Fade
Review Overview
Score
8Zeg, Charlie & The Lesbians, draaien die niet al een tijdje mee in de alternatieve scene, sinds 2017 ofzo? Hebben ze niet al een goede naam voor zichzelf weten te maken met hun genadeloze optredens? Wat? Ze hadden al die tijd nog geen LP op hun naam staan? En hun laatste (dubbel) EP Paper Trail Of Happiness komt uit 2019? Dan zou het toch eens hoog tijd worden voor dat debuut-album. U vraagt, zij draaien. De muzikale baby van dit punkige viertal heet Fade en vat de band goed samen in twaalf nummers.
Fade is niet mooi. Fade is vals, gruizig en wil zich niet ook mooier voordoen dan dat ze zijn. Zo zegt de bandnaam wat de band is: frontman Charlie, met het lesbische stel Soejsa en Noortje op respectievelijk drums en basgitaar. Aanvullend is daar ook ‘jeugdvriend’ Mees op gitaar. Zijn stage-persona draagt make-up en zodoende wordt hij ook als lesbienne meegeteld. Dat is punkrock. Het hoeft niet heel moeilijk te zijn, als het maar lekker vettig is. En zo is het maar net.
Voornaamste bronnen van inspiratie zijn Pixies, Black Flag, Butthole Surfers, Daniel Johnston en Jay Reatard. Maar de band en dit album is veel meer dan een optelsom hiervan. Ze voegen zelf de nodige lagen aan effecten en tempo- en toonwisselingen toe. Goed voorbeeld is de opener ‘Fade Away’. Het gitaarwerk echoot overstuur op de achtergrond tijdens de coupletten, met de schreeuwerige zang van Charlie er overheen. Voor het refrein wordt een stevigere toon ingezet met een dronerige samenzang.
Met titels als ‘Delirium’, ‘Melancholic Feelings’, ‘Manic Laughter’ en ‘Hating My Life’ mag het wel duidelijk zijn dat de teksten nog altijd niet van positieve aard zijn. Naar eigen zeggen gaat deze plaat over volwassen worden en de verschillende transities in het leven en hoe dat in elkaar overloopt. Van het één komt het ander. Een thema dat in de muziek terug te horen is, die meer dynamiek kent.
Dat ze meer zijn dan ‘boem tak punk’ laten ze horen op ‘Utopia’, dat een langzame start kent, waar Charlie overheen mijmert, met een climax in het refrein. Met ‘Manic Laughter’ hebben ze zelfs zowaar een langere track geschreven die net niet de vijf minuten aantikt. Lekker lomp en log. Horen we daar trouwens iemand anders zingen dan Charlie of drumster Soesja? Enfin, het album kent de nodige variatie en behoedt zich zo van het risico dat alles hetzelfde klinkt.
Met ‘Jesus Comes’ en ´Silence´ krijgen we meer traditionele garage-punktracks voorgeschoteld. Een nummer als ‘Bird’ leunt op de baslijn en dat brengt die dynamiek naar voren. Hierdoor zit er net wat meer variatie ook in de drumpartij en heeft de track in zijn geheel wel iets van shoegaze weg. ‘Hating My Life’ borduurt hier op voort met een loggere riff en drumpartij, maar kent een plotse switch in tempo, waar een schitterend, melodieuze gitaarsolo overheen gespeeld wordt. Nee grapje, van die hele “gitaarsolo” is niks te maken.
Niks is perfect en dat is de kracht van dit album. Het gitaarspel klinkt net iets té overstuur, de drumpartijen rammelen aan alle kanten en de baslijnen doen hun best om dit bij alles elkaar te houden. En dan hebben we het niet eens gehad over “zang” van Charlie, die worstelt om boven het muzikale geweld uit te komen. Stuk voor stuk elementen die door de productie werkend gemaakt zijn. Ze zouden zo uit de begindagen van de garagepunk geplukt kunnen zijn, wat dus een compliment voor de sterke debuutplaat´Fade´ van Charlie & The Lesbians mag heten.
Follow Us