Fijn weerzien met muzikale vrienden Woody & Paul in Café Wilhemina
“Hey, look out for my glass up there, man! That’s my drink, man, that’s my drink, alright. Make it a double, or eh…”, hoor je iemand op de achtergond zeggen in openingsregels van de Jimi Hendrix-song ‘My Friend’ (een song van zijn postuum uitgekomen album The Cry Of Love). Niet dat Gooseking3000 (het DIY-project van Mozes and the Fristborn’s Ernst-Jan van Doorn), die vandaag mag open voor Woody & Paul, lijkt op de te jong overleden gitaargod.
Tekst: Theo Miggelbrink | Foto’s: Theo Visser
Maar het gebabbel en gerinkel van de glazen voorin het café lijken erbij te horen, net als in de bovengenoemde Hendrix-song. En als zijn grofkorrelige maar heerlijk mellow klinkende liedjes dan ook nog fraaie titels dragen als ‘Pizza & Trucks’ dan klopt het plaatje helemaal. Maar hoe fraai en de songs van het drietal ook zijn, na een zestal liedjes is het de beurt aan Woody & Paul. Die na twaalf jaar radiostilte hun nieuwste album komen presenteren in Café Wilhelmina.
Bij opener ‘Let It Shine’ verwacht je even dat het nieuwste album integraal gespeeld gaat worden. Maar niets blijkt minder waar, al bij de tweede song kiezen ze voor single ‘Everything I Ever Wanted To Be’ (die wel als losse single verkrijgbaar is maar het album niet gehaald heeft). En hoewel de nadruk zéker de eerste helft van het optreden op de songs van nieuwste album Let it Shine ligt wijkt de volgorde nogal af van de tracklisting op het album. Hoe fraai dat uitpakt wordt al gelijk duidelijk bij ‘I Can’t Sleep’, en de koortjes bij ‘Quiet Nights’ zijn vanavond als het even kan nog hemelser dan op de plaat.
Hoewel Woody & Paul vooral qua stem soms net een eeneiige tweeling lijkt. Verschillen ze uiterlijk nogal van elkaar. Goed, ze hebben dezelfde schoenmaker en cowboyboots, maar Woody is de glamourboy met het altijd perfect zittende haar en de knalroze gitaar. waarmee hij ook regelmatig venijnig uit de hoek komt. Paul daarentegen is de archetypische bassist die zijn stoïcijnse looks accentueert met een fraaie baard.
Dat hij ook kan shinen wordt echter duidelijk in halverwege de set gespeelde ‘Summer Of Observation’. Waarin hij de vocalen voor zijn rekening neemt. Dan klinkt Woody & Paul ineens een stuk donkerder en melancholischer. Fraai dit!
Na ‘Touché’ is het echter tijd voor gouwe ouwe’s als ‘Seaside’. Noemde ik Woody trouwens een “glamourboy”? Ik vergiste me. Op bluesstamper ‘Keep On Walkin’’ en ‘Belly Button’, het daaropvolgende knuffelliedje-met-lekker-beat, ontpopt hij zich tot de Little Walter van de lage landen met een fraaie bluesharp-solo.
Shoutout overigens naar “muzikale octopus” Rob Cornelissen. Die vandaag niet alleen uitblinkt op toetsen en akoestische gitaar, maar tijdens het laatste deel van de set Paul’s Rickenbacker-bass omgeslingerd heeft en het instrument, als linkshandige gitarist, op de kop bespeeld.
Tegen het einde van de set gooien de heren de remmen los in ‘Ain’t It Hard’, ‘Do Re Mi’ en de als toegiften gespeelde ‘Beast Inside’ en ‘The Joker, Baby’. Vooral die laatste song blijft natuurlijk een onvervalste stamper. Zo’n song die iedere muzikant geschreven zouden willen hebben. Zelfs als de comeback van Woody & Paul minder glans had gehad, dan nóg zouden ze met die song de avond rechtgetrokken hebben. Maar van gebrek aan glans is geen sprake. Van de vrolijk rinkelende glazen bij de support. Tot aan de welhaast mythische toegift, alles was even fraai. Woody & Paul zijn terug. En hoe!
Follow Us