Image Image Image Image Image Image Image Image Image Image

| 9 september 2024

Scroll to top

Top

Jera on Air worstelt zich na eerste rampdag naar glorieus einde

Jera on Air worstelt zich na eerste rampdag naar glorieus einde
Sebastiaan Quekel

Niet eerder was het in juni zo vaak zo zomers warm in Nederland. En tóch kreeg Jera on Air het afgelopen weekend wéér voor elkaar om uitgerekend op de enige natte dag van de maand van start te gaan. Kunnen ze niets aan doen, maar het festivalterrein in Ysselstein leek wel een oorlogsgebied. Maar, zoals het gezegde gelukkig luidt: na regen komt zonneschijn. En dat gaat in die zin zeker op voor de 29e editie van één van de hardste gitaarfeestje van ons land. Achter de schermen zal Jera on Air best wel met de handen in het haar hebben gezeten. Wat te doen met al die mensen, die in een enorme rij staan te bibberen van de kou? Wat te doen met die enorme hoeveelheid water die onafgebroken op hun hoofden plenst? Wat te doen met het terrein dat eerder oogt als het landschap van Mordor, in plaats van een stralende festivallocatie? En wat te doen met de twee dagen die nog volgen, krijgen we het terrein nog wel in orde?

Tekst: Sebastiaan Quekel | Foto’s: Bram Geurts

We moeten eerlijk zijn: Jera on Air lijkt duidelijk nog een hoop te moeten leren als het aankomt op risicomanagement. Is het wel verantwoord om zoveel mensen zó lang buiten voor de ingang te laten wachten. Niet geheel verrassend geven sommige bezoekers het na een half uur wachten op om richting huis te gaan, in de hoop dat het de dag erop beter geregeld is. Het rijst de vraag waarom die doorstroom nog steeds niet in orde is. Voor een festival waar dagelijks 15.000 bezoekers op af komen verwacht je beter, zeker in extreme weersomstandigheden als deze. En ja, natúúrlijk is extreem weer overmacht. Maar als gerespecteerd festival moet je op elk scenario beducht zijn. Jera is dat niet, en het ondergelopen terrein staat daar symbool voor. Door het gebrek aan houten planken en houtsnippers is het festival de eerste dag letterlijk in het water gelopen. Wie de oversteek durft te maken naar een andere tent of naar de toiletten komt ongetwijfeld met een bruin en nat kostuum terug. Niet het einde van de wereld, maar heel bevorderlijk voor de sfeer is het allemaal niet.

Zo kent Jera on Air donderdag bij vlagen een valse start, en de vele kritieken op sociale media geven genoeg stof tot nadenken. We verwachten niet dat de fans volgend jaar weg zullen blijven, want als punker ben je nergens zo op je plek als op dit Limburgse feestje. Ja, het festival is in de loop der jaren groter geworden, maar desondanks blijft het altijd lekker knus en gemoedelijk aanvoelen. De line-up is al jaren fantastisch en stelt ook deze editie allerminst teleur, met gevestigde namen als Parkway Drive, Flogging Molly en Papa Roach, maar ook potentiële headliners als Sleep Token, Lorna Shore en The Ghost Inside.

Terwijl het buiten met bakken naar beneden komt, begint ons Jera-avontuur met Malevolence, die door enkele last-minute aanpassingen is gepromoveerd naar het hoofdpodium. De Britten, die bekend staan om hun mix van hardcore, sludge en stonermetal, reppen geen woord over het slechte weer, maar laten vooral de muziek spreken. Het klinkt allemaal redelijk rechtoe-rechtaan, maar misschien is dat nu juist wat Jera nodig heeft. Zowel de band als het publiek zijn hongerig en stoppen hun ziel en zaligheid in de show. Bij het supersnelle Self Supremacy, misschien wel hun grootste hit, duiken honderden natgeregende metalheads in een circlepit die alsmaar groter en groter wordt. Zo levert Malevolence precies waar het voor is gekomen.

Alsof het zo moest zijn staat Code Orange (code oranje ha-ha) meteen daarna klaar om Jera plat te walsen met hun unieke op hol geslagen hardcore. Misschien wel de meest eigenzinnige band van het festival, en de set is dan ook een aaneenschakeling van bizarre stukken muziek, waarin de band moeiteloos schakelt van elektro naar hardcore en weer naar metal. De gitarist, bassist én de drummer verzorgen de vocalen en doen dat op geheel karakteristieke wijze. Het is af en toe voor geen meter te volgen, maar dat is wat Code Orange zo ongrijpbaar en onbevangen maakt. Een aangename verrassing en het feit dat de tent aan het einde uitpuilt zegt alles over dit optreden.

Terug naar de hoofdtent voor een van de grootste sensaties van dit moment: Lorna Shore. Of je er nu van houdt of niet: zanger Will Ramos laat geluiden en klanken uit zijn keel komen waar je alleen maar met open mond naar kunt luisteren. Dan klinkt hij alsof er een speenvarkend gillend aan het spit wordt geroosterd, het volgende moment klinkt hij als Satan die jou hoogstpersoonlijk komt ophalen voor een enkeltje naar de poorten van de Hel. Zie hier meteen beknopte samenvatting van de set op Jera. De band worstelt in het begin met het geluid dat half aan staat, maar mede dankzij collectieve gebaren van de fans herpakt Lorna Shore zich en verpulvert het alles en iedereen met zijn overweldigende en allesvernietigende deathcore. Lorna Shore staat op het punt de wereld te veroveren, dat laten ze op Jera nog maar eens zien.

Van een hele andere orde, is The Amity Affliction. Weliswaar vliegen ook hier de moddervette gitaarrifs om de oren, maar bij deze Australiërs is alles omlijnd met een melodieuze, bijna zoetsappige rand. De betoverende vocalen van Ahren Stringer vormen het handelsmerk van de band, en voeren in vrijwel elk nummer sterk de boventoon. Je moet er van houden, het klinkt erg Amerikaans ook al komt dit viertal uit het verre Australië. Desondanks hebben ze in het vliegtuig een behoorlijke productie meegenomen, met talloze knipperende lichtbalken, vlammenwerpers en rookblazers. Je voelt aan alles dat The Amity Affliction in de toekomst een headlinerspot ambieert, en wie weet gaat dat ze nog wel een keertje lukken. Daarvoor hebben ze nog een aantal kaskrakers nodig, want de twaalf liedjes die ze in dit drie kwartier proppen lijken soms wel érg op elkaar.

Billy Talent heeft daar beslist geen last van. Al na twee seconden weet je al welke puntgave punksong ze nu weer over je heen storten. Vijftien stuks komen er maar liefst voorbij in de uitpuilende Vulture Eastpak, en de een veroorzaakt een nog grotere aardbeving dan de ander. Fallen Leaves blijft natuurlijk die onweerstaanbare en ongenaakbare punkklassieker, maar ook met minder bekende tracks als Devil on My Shoulder en This Suffering veroveren deze Canadezen alle harten op Jera. Dertig jaar lang vlammen ze alweer, Billy Talent, en wat ons betreft komen daar nog een dertigtal jaren bij.

Na een dag vol regen en blubber is de tijd aangebroken voor de grootste naam van het festival: Parkway Drive. Wie deze Australiërs wel eens aan het werk heeft gezien weet inmiddels wat het kan verwachten: bikkelharde metalcore verpakt als heuse stadionanthems, kneiterhard vuurwerk, metershoge vlammen en een frontman die met zijn spierballenattitude het vermogen heeft om een tent van voor tot achter op zijn kop te krijgen. Het begint al met Glitch: veruit het beste nummer van de nieuwe plaat, waarin zanger McCallen met zijn overweldigende brul de hoofdrol opeist.

Parkway Drive komt, levert (inclusief strijkers!) en stelt eigenlijk nooit teleur, en ergens is dat ook wel een beetje het probleem van deze groep. Sinds hun koerswijziging van een aantal jaar geleden is de spontaniteit er wel een beetje af. De setlist verandert amper meer, het decor maakt weinig sprongen en je weet inmiddels wel op welke momenten ze uitpakken met knallen en vlammen. Parkway Drive is en blijft een headliner pur sang en ze leveren entertainment met hoofdletter E, maar als ze de komende jaren willen blijven meedraaien met de top van de rock dan zullen ze binnen nu en een aantal jaar toch eens de bezem moeten halen door de shows.

 

Vrijdag: Jera organisatie komt met revanche

 

Het team van Jera moet in de nacht van donderdag en de ochtend daarop extreem hard gewerkt hebben, want het terrein ligt er op vrijdag meer dan keurig bij. Op de blubber en derrie ligt nu een flinke lading houtsnippers (beter laat dan nooit) en her en der liggen planken waardoor er nu warempel sprake is van looproutes. Een pluim voor de organisatie, die sowieso de schoonheidsprijs verdient door alle bezoekers een gratis consumptie te geven voor de valse start van gisteren. Vol goede moed beginnen de bezoekers dus aan een tweede dag vol lekkere bak herrie.

Voor de Amerikaanse band Attila is Jera helaas een ervaring om snel te vergeten. Tot twee keer toe klapt het geluid er volledig uit in de Vulture Eastpak. De band gelooft zelf niet wat ze overkomt en roept meerdere keren ‘what the fuck’ naar de geluidstechnici. Een roemroze aftocht van een metalcoreband die best een lekker showtje neerzette, waarin vooral zanger Chris Fronzak een hoofdrol opeist met zijn bijtende rapkunsten en ijzige grunts. Hoogstaand is het allemaal niet, maar Attila verdient absoluut beter dan wat Jera hen heeft gegeven.

Woeste, bikkelharde hardcore met een heel hoog mosh-gehalte. Zo kun je de muziek van Kublai Khan TX het best omschrijven. De band landde een dag voor het optreden op Schiphol Airport en heeft – zo waarschuwt zanger Matt Honeycutt – last van een jetlag. Of ze zichzelf hiermee alvast willen indekken weten we niet, maar feit blijft wel dat het Kublai Khan TX niet lukt om de grote tent mee te krijgen. Ja, sommige rifjes zijn lekker, en af en toe krijgen we de neiging om met onze armen op de maat van de muziek te zwaaien, maar Kublai Khan TX  klinkt en oogt echt als een dertien-in-een-dozijn bandje. Een optreden om snel te vergeten, en dat gebeurt eigenlijk direct na afloop al.

Met zoveel metalbands op Jera on Air, is het bijzonder dat Any Given Day een van de weinige vertegenwoordigers is van het poppy metalcoregenre. Het is toch vooral hardcore en punk dat de klok slaat in Ysselstein. Een show van deze Duitse metalcoretalenten komt daarom als geroepen, en ze maken de verwachtingen meer dan waar. Met name zanger Dennis Diehl steelt de show door zijn prachtige cleanstem af te wisselen met heerlijk gebrul. Aan het einde van de show duikt hij zelfs het veld in en durft het aan om, terwijl hij gedragen wordt door zijn fans, een cover van Rihanna (!) te zingen. En hij komt er nog mee weg ook. Baas!

Met afstand de lompste en hardste hardcoreband van het festival, is Lionheart. Deze gasten, die qua sound en performance veel weg hebben van Hatebreed, doen er alles aan om Jera volledig in te pakken. En dat lukt, met loeizware songs en beatdowns die vol agressie en opgepompte woede zitten. Ja, Lionheart is hier en daar heel voorspelbaar en geen enkele song springt er écht bovenuit, maar het spelplezier en de slagkracht spat van het podium. Vooral de zwaarlijvige bassist Richard Mathews krijgt de lachers op zijn hand met zijn rake opmerkingen en hilarische hondengeluiden.

Waar vooraf door velen misschien wel het meeste naar werd uitgekeken op Jera is de show van Sleep Token, een band die als de bliksem de wereld aan het veroveren is. Elk nummer dat ze uitbrengen kan rekenen op miljoenen streams, talloze covers op TikTok en Snapchat, en de teller blijft oplopen. Het grote geheim achter deze compleet gemaskerde groep houdt de gemoederen in de scene bezig: is de zanger misschien Hozier? Of toch de frontman van Bastille? Wie het ook is: zijn zang zorgt in de tweede tent van Jera meteen voor  kippenvel. Zijn lange gewaad, enge masker en theatrale bewegingen geven hem iets mysterieus. Een genot om naar te kijken.

Opener The Offering, hun eerste grote hit, is meteen een schot in de roos, met dank aan die eigenzinnige mix van zware logge gitaren en poppy zanglijnen. Sleep Token raast door de set en wisselt harde tracks af met dromerige ambiant, met de zanger zelfs zo nu en dan op toetsen. Zo goed als op Headbangers Parade in Den Bosch is de set echter niet, grotendeels dankzij tegenvallend geluid en enkele minder nummers op de set, zoals Nazareth en Like That. Desalniettemin kan het zomaar zijn dat we Sleep Token over een paar als headliner zien terugkomen.

Het was een veelgehoorde opmerking zaterdag: waarom staat Papa Roach niet bovenaan als headliner te pronken, in plaats van Rancid? De groep rondom frontman Jabob Sheddix is weliswaar niet zo populair als vroeger, maar puur met het oog op jeugdsentiment en nostalgie had een mainspot op Jera niet misstaan. En zoals verwacht maken ze – zelfs als subheadliner – alle verwachtingen meer dan waar. De groep tekent zelfs aan voor een van de beste concertintro’s van het festival met het nieuwe Kill the Noise en de daaropvolgende klassieker Getting Away With Murder, opgesierd met vuur en knallen.

Gewapend met een dosis energie, een oogverblindende lichtshow en (het belangrijkst) een hele lading aan hits zet Papa Roach in de beperkte tijd die ze hebben een zeer strakke metalshow neer. Als een twintiger stuitert frontman Jabob Sheddix (onvermoeibaar als hij is) op en neer en slaagt er moeiteloos in het publiek van voor tot achter op zijn kop te krijgen. Sheddix is dan wel niet meer de rasentertainer die hij jaren geleden was; eigenzinnig blijft hij onverminderd. Zo nu en dan schiet Papa Roach wel door in de hoeveelheid covers. Drie krijgen we er maar liefst, van The Prodigy, The Cure en – jawel – Dr. Dre. Dat had best wel een tandje minder gekund. Vermakelijk is het concert gelukkig zonder meer, headlinewaardig zelfs. Wie weet voor een volgende editie?

Tja, en toen sloeg het “noodlot” toe voor onze verslaggever. Was het het doorweekte pak van donderdag? Geen idee, maar in plaats van dag 3 Jera on Air, werd het een dag ziek in bed, waardoor dit verslag wat vroegtijdig eindigt. Gelukkig was onze fotograaf nog wel ter plaatse en hebben we de foto’s nog.

Foto verslag Jera on Air