Kampvuurgevoel met Tim Vantol in Blue Collar Hotel
Punkrock kruipt waar het niet gaan kan. Akoestische punktroubadoers zijn een wereldje op zichzelf, wat ergens de laatste 15 jaar is opgekomen. Daarvoor had je een Billy Bragg en dat was het zo ongeveer. Tim Vantol is er één van met liedjes over ’the road’, het leven en liefde op akoestische gitaar. Vandaag is hij aan komen waaien in het Blue Collar Hotel en wij zijn er bij.
Foto’s Justina Lukosiute | Tekst: Guido Segers
Zoals de bekende akoestische punkers Chuck Ragan en Frank Turner speelde ook Tim Vantol ooit in een bandje, te weten Antillectual. Hoewel dat leuk was, moest Tim wat anders doen om zijn ei kwijt te kunnen. Met vallen en opstaan is dat geworden wat hij nu doet: liedjes zingen waar en wanneer hij kan. Dit is nog vroeg in een vrij lange tour, waarbij hij zijn Duitse vriend John Allen mee neemt en het belooft gezellig te worden.
Opwarmer is de Eindhovense Stijn ‘Che’ Charpentier, voorheen ook bekend als Che of MC Che. Nu doet de voormalig rapper iets anders, maar hij heeft duidelijk de scherpe pen en heldere articulatie meegenomen naar het singer-songwriterschap. Wat hij ook meegenomen heeft is Jo Bouwmeester op viool, om de muziek net wat meer sfeer en gevoel te geven. De viool is een welkome toevoeging, hoewel niet helemaal loepzuiver. De liedjes van Charpentier zijn kwiek en voelen erg folky aan. Goed nieuws voor de liefhebbers, want sinds 17 september is er een EP’tje te beluisteren. Hierop staat onder andere het lied ‘Zwerver’, waarmee Charpentier de set afsluit.
Hierop volgt de Duitse John Allen, die terwijl het publiek nog rustig aan het keuvelen is plaatsneemt achter de piano en een gevoelig lied speelt. Wanneer hij zingt klinkt hij een beetje als Billy Joel, met de ruwe bolster van Bruce Springsteen. Allen zingt vanuit het hart en het duurt niet lang voor hij het publiek op zijn hand krijgt en mee doet zingen. Ook iedereen naar het podium krijgen is geen probleem voor de bebaarde zanger. Met zijn droge humor krijgt Allen iedereen mee, maar ook zijn muziek raakt de luisteraars zeker. Als hij vertelt over zijn keuze om muzikant te worden, is elk woord gemeend en serieus. Ik vermoed dat deze artiest vandaag nieuwe vrienden gemaakt heeft, want de zaal bespeelt hij met evenveel gemak als de piano.
Maar dan is het tijd voor de posterboy van vanavond, Tim Vantol, die er ook enorm veel zin in heeft. Met fijne muziek van zijn twee albums, maar ook een nieuw nummertje, weet hij het publiek te bekoren. Meezingen gaat bij Tim Vantol dan ook als vanzelf. Zijn rauwe stem en schreeuwerige zang raakt mensen en de teksten zeggen je wat, of je nu zelf die ‘Road Sweet Road’ bewandeld of niet. Soms grappig, soms opbeurend en soms met van die directe recht voor z’n raap waarheden,
Tussendoor praten hoort daar ook bij en Tim gaat ook op zoek naar iemand die een taal spreekt die hij niet meester is. Hij treft het met onze fotografe, maar de zin “Nothing is what it seems, is what it seems” in het Litouws krijgt hij toch echt niet voor elkaar. Dappere poging wel! Een avondje Tim Vantol is eigenlijk alsof je rond het kampvuur zit en samen liedjes mag zingen, maar de roerganger is duidelijk de man met de gitaar die ook nog een politiek praatje houdt tussendoor. De strekking is dat we het samen moeten doen op deze wereld, zo niet, daar sluit het liedje ‘If We Go Down, We’ll Go Together’ prima op aan.
Als grote finale jamt Vantol nog even een stukje met John Allen, maar wel midden in de zaal tussen het publiek. Bijzonder voelt het zeker, deze intieme show waar iedereen deel van gemaakt wordt. Afsluiten doet hij alleen met het breekbare ‘Bitter Morning Taste’.
Follow Us