Keirare muziek op Keigezellig Keiurban
Bij twee is het herhalen, maar schijnbaar komt er volgend jaar weer een Keiurban en dan heet het een traditie toch? Het jaarlijkse feestje van Stuurbaard Bakkebaard is een feest der herkenning en een viering van de gekke, eclectische muziek. Geen experimentele gameboy-grind-techno, maar gewoon een tikje vreemd. Je weet wel, net als Rivella.
Foto’s Justina Lukosiute | Tekst Guido Segers
Aan alles is gedacht, van lekkere pintjes van Van Moll tot een Stuurbaard Bak’n’Braad. De ingang is voor deze gelegenheid aan de straatkant van het gebouw, wat je meteen door stukjes Effenaar laat lopen die je normaal niet ziet. Nou, eens kijken wie er in de foyer herrie staan te maken op editie twee van Keiurban.
Apneu opent in de foyer met hun jingeljangel-pop. De nasale zang heeft het juiste ‘nagging’ toontje te pakken voor een losjes klinkende Britse noughties act met een nonchalante performance. Op zijn tenen met gebogen rug levert de frontman op getergde wijze woorden aan de upbeat melodietjes. Het hoeft allemaal niet moeilijk te zijn, de flauwe grapjes tussendoor ook niet. Apneu krijgt nog geld van Dr. Ink en Theo Maassen. Die rare humor zit ook in de liedjes. Soms zijn die catchy en leuk, zoals ‘Jennifer’ of gewoon heel erg raar en bijna ongemakkelijk, zoals ‘Emily’. Het is vooral erg leuke muziek die de band maakt. Weinig pretentieus, maar wel erg vermakelijk en pakkend. De band lijkt zich prima te vermaken en het publiek ook, dus dat is allemaal prima.
Tussendoor wandelen we even naar de grote zaal. Schrijver Henk van Straten is op zoek naar een prijswinnaar die een massage krijgt terwijl Henk een stukje voor leest. Als Karin maar niet op komt dagen gaan we op zoek naar een Ivo of een Johan… Net zo lang tot een dame zich meldt die wel naar een verhaaltje van Henk van Straten wil luisteren. Tsja…Henk schrijft ook leuke verhaaltjes.
Henk en Melle (bekend van Hallo Venray en Smutfish) zijn een vreemd duo met gitaar en manueel orgel. Op dat orgel ligt een warrige stapel paperassen. Dat zijn de liedjes waar toetsenist Melle een schijnbaar willekeurige greep uit doet na elk nummer. De inspiratie komt van wegrestaurants; “instant gezelligheid die niet uitnodigt om te blijven”. Muzikaal mondt dat uit op iets wat koddig, sneu en briljant tegelijk is. Denk aan Primus in een akoestische setting, Arab Strap zonder realiteitsbesef of… Spinvis die zich niet zo verdomd serieus neemt.
Met veel lol gaat het duo rap door de setlist heen terwijl het babbelende publiek hen bijna overstemt. Het zal niet deren, met hun jolige nummers als ‘Captain O’Rourke’ en ‘Piece of the Pie’ weet het duo het nodige gevolg te winnen op deze avond. Hoewel het rammelt en piept, schemert natuurlijk continue door dat deze jongens heus wel weten hoe ze muziek moeten maken. Met Fatboy en een grijns wordt de korte set afgesloten. Nieuwe favoriet voor feesten en partijen, dit duo.
Usé is eigenlijk maar een vreemde act om in de lobby te hebben staan. De dreunende chaos lijkt toch echt meer thuis in de zaal met gedimde lichten en een vurig flitsen spuwende stroboscoop. De losgeslagen gestalte van Nicolas Belvalette voert een zwierige dans uit achter de drum waarbij hij ook nog eens ritmisch raak slaat. Nostalgische electonica in combinatie met het gestage tempo hebben een bedwelmend effect op de luisteraar. Het is dan ook dringen in de foyer om een glimps op te vangen van de menselijke muziekmachine.
Bestiaal gebrom en een kerkorgel, het kan allemaal bij deze knotsgekke, eclectische sound van de man met ontbloof bovenlijf. Frequent beroert hij de led-lampjes in het plafon om vervolgens ook zijn tepels en tik te geven. Het publiek laat zich in ieder geval niet afschrikken. Ook een chansonnetje zingen voor het podium past prima in de act, voor hij weer achter de drumkit plaatsneemt voor het volgende salvo. Letterlijk slaan met je lul op een drumstel? Ja, dat ook. Maar vergeet vooral niet de geniale stukken die de Fransman aflevert, want dat zijn de échte hoogtepunten.
Dan is het even wachten tot de helden zelf het podium betreden. Stuurbaard Bakkebaard staat niet zo heel erg vaak meer op het podium, dus dan is zo’n gelegenheid toch een beetje bijzonder. De band komt op en begint meteen met geluid maken. Dat doen ze op wat onvonventionele wijzen, maar wel meteen pakkend. Schijnbaar is de band daar minder tevreden over, dus er volgt meteen een excuus voor het eerste stuk: “Dat was niet zo goed”. De komende pakweg 40 minuten storten de heren zich op werk uit hun toch aardig uitgebreide oeuvre, maar ook wat nieuws schijnbaar.
Met een juiste scheut melancholie, onnauwkeurigheid en spelplezier wordt zelfs nog wat van het publiek aan het dansen gebracht. De hele band oogt ontspannen en losjes, met uitzondering van drummer Marc Koppen die in optimale concentratie het ritme vast houdt. Ook het ijzige geluid van de contrabas van Onno Kortland mag natuurlijk niet ontbreken. Het gaat rap met de nummers die nu eenmaal niet zo lang zijn en niet zo heel moeilijk, althans dat geeft zanger Timo Van Veen even aan. Gelukkig gaan ze er dan eentje even langzamer doen. Een trage jam volgt, waar je als luisteraar helemaal in weg kunt zakken. De set van Stuurbaard Bakkebaard is er niet eentje die de piek van de avond mag heten, maar dat hoeft ook helemaal niet. De tegendraadse, soms wat lijzige en rockband doet gewoon een eigen ding en dat is helemaal prima.
Het Belgische Pomrad volgt met een set die ergens tussen electroclash, vaporwave, funk en een Jambers aflevering in ligt. Energiek en speels, maar vooral ontzettend gaaf zet deze groep die voor van alles genomineerd was aan prijzen een puike set neer. Instrumenten en apparatuur smelten samen in iets wat net dansbaar genoeg is en net genoeg rockt om het allebei net niet te zijn. Misschien wel de beste act om Keiurban op te sommen, van alles en nog wat net niet of net wel. Volgend jaar weer!
Follow Us