King Hannah serveert martelende moordenaars en dromerige zondagochtenden in de Effenaar
Het licht doet de gordijnen rood lijken, mysterieuze klanken en een donkere stem vullen de ruimte. Op het podium staat een zangeres met opgestoken haar, een briljantrode avondjurk die de schouders bloot laat en een onaangedane blik alsof dit ondermaanse haar niet bijster veel aangaat. Ik krijg het gevoel alsof ik in een nachtclub nabij Twin Peaks ben beland en elk moment op de schouder getikt zou kunnen worden door een eigenaardig persoon die bloedserieus een bizar verzoek zou doen. Die sfeer wordt versterkt door het publiek dat deze avond bijzonder stil is.
De zangeres is Hannah Merrick. Later zie ik dat ze onder haar jurk blauwe Adidas-gympen draagt. En als na een paar nummers een glimlach haar onverstoorbare gezichtsuitdrukking doorbreekt en ze ‘Hello Eindhoven’ zegt, verdwijnt met haar ongenaakbaarheid het Twin Peaks-gevoel. Merrick heeft naast haar duo-partner gitarist Craig Whittle nog een bassist en drummer meegenomen. De kleine zaal van de Effenaar is vanavond uitverkocht.
Tekst: Maartje Kunnen | Foto’s: Paul Verhagen
Als rond acht uur het voorprogramma begint, staat de zaal al flink vol. Er is veel wat ouder publiek en mensen hebben de moeite genomen al vroeg te komen. Een jonge vrouw met een elektrische gitaar stapt het podium op en begint zelfbewust, maar zonder de minste arrogantie met heldere stem te zingen. Ik bespeur een accent en meen even dat ze Nederlands is, maar ze komt uit Zwitserland, vertelt ze later bij de merch.
Na een paar liedjes vertelt ze hoe ze via Instagram een berichtje kreeg van King Hannah met de vraag of ze als hun voorprogramma mee wilde toeren door Europa. Ze was stomverbaasd, maar ging graag mee. Normaal gesproken treedt ze op met een band, maar er was nog maar één plekje in de tourbus over, dus vandaar dat ze nu in haar eentje op de planken staat.
Ze speelt luisterliedjes met intelligente, poëtische teksten, die ergens over gaan. De inhoud is op een subtiele manier kritisch. In Modern Home zingt ze over verhuizen naar een klinisch, modern appartement, terwijl je gewend was in een huis te wonen waar mensen kwamen en gingen en waar foto’s op de koelkast hingen van mensen die al 20 jaar geleden vertrokken waren. ‘Where nothing ever withers, can nothing ever bloom.’
Lijken meestal persoonlijke ervaringen de aanleiding voor haar liedjes te zijn, in haar afsluiter We’ve Got No Time At All is het de staat van de wereld. ‘I’m getting tired of the white old men, who are telling me what I should do,’ zingt ze. Maar vanavond zijn er veel witte, oudere mannen die ademloos naar haar luisteren. Zeer de moeite waard om de liedjes van deze zangeres nog eens aandachtig te beluisteren. Op Youtube vind je haar ook mét band.
King Hannah begint met het vervreemdende Somewhere Near El Paso. Hannah Merricks markante verschijning en emotieloze stem trekken je een David Lynch-film in. Na dit eerste nummer hangt de zangeres zelf ook een gitaar om en wordt het behoorlijk psychedelisch. De ritmesectie is rustig en onverstoorbaar, terwijl een overslaande gitaar dissonanten laat horen en een eigen leven leidt. Het nummer Go-Kart Kid begint heel dromerig en het ‘Hell yeah!’ dat Merrick en Whittle tegelijkertijd in de microfoon fluisteren is bijna humoristisch. Maar ook hier wordt de droom opgevolgd door een psychedelische trip.
De ode aan John Prine John Prine On The Radio is dan weer een behaaglijk zondagochtendliedje met soezerige tweestemmige zang. Merrick laat haar stem variëren van laag en donker tot hoog en kwetsbaar en na dit dromerige nummer komt het verontrustende Suddenly, Your Hand, ‘a song about murderers’. ‘I feel good when I am in New York,’ klinkt het in de rockende opvolger, ‘just doing ab-so-lute-ly nothing.’ Dat laatste zinnetje blijft hangen en het staat ook op de T-shirts die ze verkopen, wat een subtiel commentaar op een bekend sportmerk lijkt te zijn.
‘It’s our first time here and to sell out is mad,’ zegt Merrick met een onvervalt Brits accent. ‘You’re a good crowd.’ Dat ben ik met haar eens: er werd vanavond eens nauwelijks door de muziek heen gepraat. Buitengewoon prettig. Als toegift krijgen we nog Big Swimmer en het toetje is Crème Brûlée. Dat dessert loopt een beetje in de soep doordat de basversterker uitvalt. Even later doet hij het weer, maar het mankement blijft zich herhalen. De rest van de band speelt dapper door. Het is maar een heel klein smetje op een fijne set.
Follow Us