Lionheart krijgt Effenaar moeizaam op gang met Jera-on-Air coverset
Lionheart is inmiddels een instituut in de hardcore en dat is niet voor niets. Weinig bands weten een gangster sausje over hun sound te gooien en toch zo gelikt te klinken. Als de Bijenkorf hardcore had liggen, dan had het als Lionheart geklonken. En dat legt de band geen windeieren, want toegankelijk en catchy zijn levert een fanschare op die zorgen dat je op grote podia kan staan. Dit keer wilde de band kleinere zaaltjes, dus staan ze beneden bij de Effenaar. E.Town Concrete is mee als support en al met al is dat een prima keuze voor je donderdagavond.
Tekst: Guido Segers | Foto’s: Charlotte Grips
E.Town Concrete is een beetje een vreemde eend in de bijt binnen de hardcore. De band heeft wel heel veel groove en hiphop aan de mix toegevoegd, en klinkt daarom als geen enkele andere band. Zanger Anthony Martini pakt je meteen bij je lurven als de band aftrapt met een enorme bak groovende hardcore. Het is alsof de muziek door de zaal kronkelt en je meesleurt, hoewel de publieksrespons nog uitblijft. De band switcht moeiteloos tussen rustigere, funky passages, hiphop met vocalen van Martini, die ook een lekkere flow heeft. Het is een band die gesmeerd is als een machine, en zo soepel door de nummers tikt. Maar hey, 30 jaar op de teller bijna, dan is een band die elkaar zo aanvoelt niet zo heel gek.
Saillant feitje, Martini was de laatste jaren betrokken bij de productie van een virtuele rapper, kortom AI-rap, met FN Meka. Iets wat toch de nodige controverse opriep. Gelukkig is artificiële muziek voor E.Town Concrete geen issue, de band klinkt op een track als ‘Level Up’, eerste nieuwe muziek van de groep in een lange tijd, een beetje als die blend van een instrumentale band met slimme raps, zoals Flobots. ‘So Many Nights’ kan dan weer door voor een emo track, en wordt door een kleine schare fans vol passie meegezongen. Eerder beklaagd Martini zich nog over het publiek met z’n beperkte respons, en de zaal zelf die voelt als een ‘isolation chamber’ (ik denk dat hij een anechoïse kamer bedoelde). We sluiten daarna af met het wildere ‘Mandibles’, een track die rap metal, hardcore en nu-metal lijkt te verenigen. Het zegt veel over deze band en de unieke mish mash van elementen. Pionier in z’n genre, en ontzettend sterk op het podium dus!
Lionheart komt daarna op met een intro incluis juichtrack en dat werkt. De triomf lijkt al binnen en als dan ‘Cali Stomp’ de zaal in slingert, is het duidelijk dat er veel fans meegenieten. Er ontstaat bij vlagen een pit midden in de zaal, maar de participatie zakt telkens weer in. De band kondigt aan de Jera-On-Air secret show dunnetjes over te gaan doen, en dat betekent dus een deel eigen werk en een deel covers. Niet alle covers komen langs trouwens, maar de eerste die we krijgen is ‘Killing in the Name’ van Rage Against The Machine en net als de daaropvolgende covers van ‘Break Stuff’ (Limp Bizkit) en Chop Suey (System of a Down) is de band opvallend bedreven in het spelen van deze covertjes. De hardcore saus is zelfs wat dun, en het lijkt alsof we een coverbandje staan te kijken.
Het is natuurlijk een Halloween show, en er zijn aardig wat mensen met een outfit. Soms wat bescheiden, soms wat uitbundiger, dus wordt er ook een kostuumcontest gehouden. Zanger Rob Watson en bassist Richard Matthews proberen het publiek enthousiast te krijgen, maar wederom is er weinig bijval. Dat is jammer voor Lionheart, wat bij hun vorige Eindhovense show ook al moeite had de zaal mee te krijgen (althans, in vergelijking met Terror wat net voor hen op het podium stond in Dynamo). Toch worden eigen songs daarna uit volle borst meegezongen, en er komt nog een covertje van Chumbawamba’s ‘Tubthumping’. Wederom uitstekend, hoewel het zwaaien met een fles Hennessey altijd kazig is. Afsluiten dan maar met ‘LHHC’ en dat is als vanouds, hoogtepuntje van de set van een altijd vlekkeloos Lionheart. Maar misschien is het wel juist té vlekkeloos? Allez, de zaal is vol, je eerste rij zingt elk nummer mee. Wat wil je nog meer.
Follow Us