Lokale helden op ‘Uit de Riolen van Eindhoven’
Lokale bands zijn belangrijk. Je kijkt er misschien soms overheen, maar het zijn die bands die op een dinsdag hun gerei naar een zaal zeulen om op te warmen voor die grotere naam waar jij je ticket voor kocht die mogelijk maken wat er gebeurt in een stad als de onze. Het zijn die bands die zorgen dat er een lokaal ecosysteem is, die zorgen dat je een naam als ‘Rockcity‘ kan omarmen en uitdragen. Ze zorgen ervoor dat er een reden is om die Amerikaanse bands te boeken in een stad als Eindhoven, omdat er een publiek en scene is. Daarom is het zo vet dat de Effenaar die bands ook binnenhaalt en op het podium zet tijdens ‘Uit de Riolen van Eindhoven’, terug van weggeweest.
In een oefenhok bij jou in de buurt zit een uitstekende band. Misschien spelen ze wel eens bij The Jack, Popei of een andere plek die kansen geeft (shout-out naar het Stroomhuis, waar zelfs de meest niche en eigenzinnige projecten een podium vinden), maar het zijn podia als de Effenaar die een springplank zijn naar meer. Ik heb wel eens gegrapt dat ik Komatsmoe was, want jarenlang was Komatsu de band die opende op onmogelijke tijden voor internationale stoneracts. Maar ze waren ook deel van de reden dat die bands hier überhaupt kwamen spelen. Wij zijn als Eindhoven Rockcity een platform muziekgekken die allemaal wel fan zijn van zo’n lokale band. Daarom zijn we echt blij dat de Effenaar programmeurs met hun hele loodgietersarsenaal bands uit dat riool gaan trekken en op het podium zetten. Gretige bands, bijzondere bands, en vooral bands die het een eer vinden vinden om in de (toch legendarische) Effenaar te spelen.
En let’s not forget, een lokale band zijn de eerste helden die je ook kan ontmoeten en van dichtbij meemaken. Tuurlijk, ik begon als tiener te luisteren naar Blink 182, Slipknot en Eminem, en die ga je zien in grotere zalen van een kilometer afstand. Die underground plekken in je stad zijn nog eng of onbekend, dus ga je naar een Effenaar, W2 of 013. En daar zijn het die lokale openers op shows die een cruciale rol spelen, waar je een woordje mee wisselt en die vlees-en-bloed-helden worden. Ik vond als tiener skatepunk leuk, maar het virus pakte me pas echt toen ik hardcore band Dependent zag. Atletische performers, agressie, emotie, ik was verkocht. Het idee dat je ook gewoon ontzettend groot kan klinken zonder poespas? The Risque met ‘Hold The Lights’, wat een track om live te horen. En hartstikke leuk, al die hiphop platen over New York en Los Angeles, maar Macro & Che rapten over en klonken als van hier. Het zijn bouwstenen voor muziekfans. Dus, daarom, support your locals!
Tekst; Guido Segers | Foto’s Paul Verhagen
Dripping Trees is zo’n band die al een tijdje ronddwaalde in Eindhoven Rockcity met hun eigen geluid, wat ze slowcore noemen. Of die term past, geen idee, want core roept misschien een associatie op met hardcore en daarvan is weinig te horen in het Singer/songwriter/postrock/shoegaze geluid van het vijftal. Het is vooral zanger en gitarist Koen Ruijs die we in actie zien, terwijl de rest van de band vaak in de pauze stand zit of bijna niet merkbare laagjes toevoegt aan zijn introspectieve performance. Hij mijmert over zijn eigen gitaarklanken en af en toe zwelt het geheel aan tot vrij epische passages die druipen van de melancholie.
Vaak lijkt de band daarin net wat te enthousiast, terwijl Ruijs vaak net te ingetogen lijkt. Het contrast schuurt dan een beetje. Het is ook een echte luisterband, die dan moet openen met een line-up die compleet anders is. Daarom doen we Dripping Trees waarschijnlijk tekort vandaag, zeker met een rijker geluid met nieuw toetsenist Luc/Luuk(?) op het podium ( linksachter op het podium verstopt vanuit de zaal). Dripping Trees voelt live als een band die meer kan, die de postrock hoek aan het aftasten is alsof ze een teen in het water dippen, terwijl hun frontman als een Constellation-era Vic Chesnutt als voorganger dient. Als dat elkaar meer gaat vinden, is er van alles mogelijk.
Er zijn mensen die in het leven niet veel nodig hebben, voor wie dat ene oude pandshirt prima is. Of er zijn van die dagen dat de simpele dingen gewoon het beste zijn, zoals een kop filterkoffie in plaats an een ‘latte macchiato vegan coconut pumpkinspice apple crumble coffee chai’. Red Devil speelt wat dat betreft boterhammen-met-kaas hardrock, en dat klinkt misschien negatief, maar hoe vaak eten mensen om jou heen een boterham kaas in vergelijking met een schaal oesters? Tenzij je huis 4 badkamers heeft, kan je wel concluderen wat het meest geliefd is dus. Red Devil is straight-up hardrock vol energie en passie en sinds hun EP ‘Shake Your World’ zijn er weer wat songs uitgekomen.
Volgens mij bestaat de band al een tijdje en is de drijfveer niks meer dan lekker los gaan. Zanger Ivo van de Molengraft en bassist Brian Frederiks zoeken elkaar meteen op voor wat poses, terwijl het eerste nummer ingezet wordt. Daarvoor was het soundcheck en van de Molengraft moet in de microfoon roepen om alles af te stellen. “Uuuh… Bier! PSV! Heuj!” – tell me you are from Eindhoven without telling me you are from Eindhoven, right?. Eindhovenser krijg je ze niet. Tussen de nummers door, die echt stuk voor stuk om vertrouwde AC/DC-achtige thematiek draaien, lult hij evengoed door met een dik accent over jazz muzikanten, en hoe die hun instrumenten stemmen en dat zij dat dus ook doen. De band voelt zich thuis op het podium. De kracht van Red Devil is, behalve dat het gewoon lekker klinkt, de complete authenticiteit van de band. Dat is smullen, zeker met de solide tred van drummer Remon van der Heide, die elk nummer beter op de rit houdt dan de NS het ooit zal doen. We sluiten af met ‘Rocker MF’, en dat nummer mag je opzoeken. Het verteld je precies wie en wat Red Devil is.
The Mono Kids slaat werkelijk nergens op. Met alleen een drummer en gitarist produceer je geen stilistische bloemlezing uit de punkgeschiedenis (zoals op het debuut). Of toch wel? Drummer Roelof harkt het geheel bij elkaar, terwijl Michel de show steelt met zijn sprongetjes en plagerige vocalen. Het klinkt gewoon heel strak en provocatief, vol energie. Dat is niet mis, want deze boys zijn al even geen kids meer. Als je ze zo ziet staan denk je dat ze weggelopen zijn van een wiskundedocentencongres, maar dan gaan ze spelen en is alles vet. Weet je wat, mijn wiskundedocent ben ik meermaals bij shows tegengekomen. Niks mis met wiskundedocenten.
Maar we hebben het over The Mono Kids en het is net alsof er twee kwajongens op het podium staan, die overal maling aan hebben. Er zit ook vaak een plakkracht in de nummers, waarvan het vroeg gespeelde ‘Shooting Star’ mijn favoriet is. Bij vlagen lijkt het er bijna op dat Michel het publiek wil stangen door te laten zien dat dit met z’n tweeën kan én je nog allerlei trucjes uit de kast kan halen. Hij haalt alles uit de kast, inclusief zo’n bottleneck om even wat gekke klanken te produceren. Als het duo het podium in een ravage achterlaat, hebben we lol gehad, maar vast niet zoveel als The Mono Kids zelf.
Alkahest is dat bandje van de Metal Factory wat op Roadburn mocht spelen. Als je ze vanavond ziet, vraag je jezelf wellicht af waarom. En ja, daar heb ik geen antwoord op, maar feit is dat de band erg rommelig speelt. Onzer een façade van professionaliteit schuilt een soort onderlinge disconnect lijkt wel, vooral in de rustigere passages. Als de band echt aanzet, vinden de muzikanten elkaar en soms rolt die goede golf nog even door, maar vaak ook niet.
Ongetwijfeld kan de band beter, maar ook zonder dat mee te maken zie je al snel dat je met een ruwe diamant te maken hebt. Cheyenne Reudenbach lijkt niet altijd overtuigd van zichzelf, maar als ze dat wel is, voel je de kracht die daar achter schuilt. Op een gegeven moment moet iedereen de vuist in de lucht steken. Het voelt allemaal even awkward, maar de band krijgt je gewoon mee met een overtuigingskracht die me een beetje verbaasd. Alkahest laat een wijfelende indruk achter, maar dat is nog steeds een indruk die je benieuwd maakt naar meer.
BHPL goot het met hun acid techno over een andere boeg. Zanger Maurice van der Heijden, ook onderdeel van ons platform, heeft een olievat meegenomen om in elkaar te meppen, terwijl zijn kompaan kille beats de zaal in slingert. De eerste minuten is het wat onwennig, maar dit soort EBM-achtige muziek is een soort ‘suspense of disbelief’. De frontman overtuigd en al snel zit je in de flow van de muziek… Stil staan lukt niet, zeker als met een stalen ketting en knuppel het vat toegetakeld wordt.
Met tracks als ‘Sex & Perversion’ komt de band wel binnen natuurlijk, maar het is vooral van der Heijden die ‘another state of mind’ lijkt te bereiken terwijl hij grommend, slissend en bijtend de vocalen over de beats heenspuugd. Als je ons recente interview las, weet je dat er veel politiek-economische materie achter de nummers zit en dat er een hardcore verleden achter BHPL zit. Wellicht dat dit hetgeen is wat als olie op het vuur dient tijdens een live vertolking; voor dit duo is alles menens. Het wordt steeds wilder op het podium. Het vat krijgt er van langs, er wordt gepogoëd en we sluiten dan af met ‘Mass Control’. Heftig, maar lekker om zo op het einde even los te komen. BHPL is onontkomelijk, dat is de realiteit.
We kijken uit naar een volgende editie, want we hebben natuurlijk al lang gezien dat er nog veel meer mooie bands in de Eindhovense oefenhokken zitten, van de Anker Studio, de Oefenruimte en Popei en beyond!
Follow Us