Nasty doet wat Nasty hoort te doen: Dynamo slopen!

Geen moment zonder rauwe energie. Die garantie heb je op een vrijdagavond met Nasty in Dynamo. Wat AC/DC is voor de hardrock, wat Hatebreed en Terror zijn voor de metalcore en hardcore, dat is Nasty voor de beatdown. Een subgenre binnen de hardcore dat op zichzelf staat, waarbij melodie is ondergeschikt aan lompheid en een fraai gelaat ondergeschikt is aan het “dansplezier” in de pit. Wie zich daar begeeft, moet zich een weg banen tussen de vliegende vuisten, voeten en andere ledematen. Waar er voorheen nog wel eens barkrukken en tafels bij betrokken werden, is dat nu iets “milder”. Nasty is in aanzien gegroeid, dus zijn de zalen waar ze spelen steeds groter met minder spullen voor handen. Neemt niet weg dat een doktersafspraak na de show geen slecht idee is. Om dit te kunnen garanderen hebben de Belgische Duitsers acts First Blood, Paleface en Forty Four meegenomen.
Tekst: Roy Verhaegh | Foto’s: Lot Grips
De avond omvat vier acts die lomp en rauw als centraal thema hebben, maar hier ieder op hun eigen manier een draai aan geven. Ten eerste is er het Duitse rap-duo Forty Four. Is dat Matti, frontman van Nasty, die daar mee doet? Dit tweetal moet het hebben van een diepe donkere bassdrum waarbij ze onderling wat raplijntjes uitwisselen. Soms wordt in de raps toegewerkt naar een scream. Het publiek stroomt langzaam binnen en ziet dit met lede ogen aan. Het biedt een leuk contrast met de rest van de acts. Hoewel contrast… zoals later zal blijken bij acts als Paleface en Nasty, wordt daar toch ook veel gebruikt gemaakt van een rappende manier van teksten spuwen.
En dan is er het Zwitserse Paleface, waar al aardig wat shirtjes van in de zaal te bespeuren zijn. Ze brengen een mengelmoes van hardcore, beatdown, deathcore en alles daartussen in, waarbij ze goed snappen hoe contrast en dynamiek werkt. De muziek zit vol tempowisselingen waarbij het van een diepe breakdown via een beatdown naar een blastbeat kan gaan. Tel daar een knotsgekke frontman bij op die tekstueel en qua presentatie net zo ridicuul als dreigend is. Vocaal heeft hij wel iets weg van een mix tussen Corey Taylor en David Gunn van King 810. In combinatie met met zijn blonde coupe en doorzichtige shirt is hij een interessante verschijning op het podium.
Hij zit barstensvol energie, hij heeft er overduidelijk zin in en komt sympathiek over, zonder dat dit ten koste gaat van de agressie en energie van de nummers zoals deze op de albums gepresenteerd worden. Hij blijft zoekende naar die connectie met het publiek en daar wordt goed op gereageerd. Vanaf de eerste seconde is het aan. Hun laatste album ‘Fear & Dagger’ stamt van februari dit jaar en komt ruim aan bod met tracks als ‘666’ en ‘Pain’, maar ook ‘Deathtouch’ en ‘Dead Man’s Diary’.
Dat ze niet vies zijn van een experiment, blijkt als we de frontman a capella een soort van poetry slam horen doen, waarbij ook clean vocals worden benut. Even later zet de band mee in om het geheel naar een climax te helpen. De band verstaat zijn vak, waarbij de drummer net zo gek is als de zanger en de kunst van het publiek ophitsen goed verstaat. Na deze show is het aantal shirtjes in de zaal toch zeker verdubbeld.
Vervolgens is het aan First Blood om dit momentum te verlengen, maar daar hebben ze wat moeite mee. Niet zo gek, aangezien zij het rauwe en lompe thema omzetten in meer traditionele old school hardcore die recht voor zijn raap is. De band is ruim 20 jaar geleden voortgekomen uit ex-leden van Terror, dus qua credits zit het wel snor. Ze zijn wat milder dan de rest, maar dat neemt niet weg dat er alsnog lichamen door de moshpit vliegen. Hun laatste wapenfeit is het album ‘Rules’ uit 2017, waarvan onder andere ‘Rules Of Life’, ‘Rules Of Conviction’ en ‘Fuck The Rules’ voorbij komen. Er wordt menigmaal een two step dansverzoek geuit, waar gretig gevolg aan gegeven wordt. Het optreden heeft wel iets van een “bandpractice”, zoals ze zelf aanhalen, waarbij ter plekke wordt afgestemd wat er gespeeld gaat worden. Dat maakt de show lekker spontaan en energiek. De pit is wat kleiner, maar dat doet niet af aan de energie die ze opwekken.
Als steeds meer buideltasjes zich voor het podium verzamelen, dan weet je hoe laat het is. Tijd voor Nasty, heer en meesters der beatdown. Buideltasjes zijn praktisch, want je wilt natuurlijk niet je portemonnee of telefoon kwijt raken terwijl je iemand het hoofd in beukt. De toon wordt meteen vanaf het begin gezet en dat is overduidelijk te zien aan de mensen, ledematen en alles daartussen wat door de moshpit vliegt. De band is een sloopkogel en weet precies wat werkt om de vlam in de pan te laten slaan. Hun laatste album is ‘Menace’ en is uitgebracht in 2020, ten tijde van de pandemie. De behoefte om deze tracks los te laten is er dan ook aan dubbel en dwars.
Frontman Matti is een typisch figuur met zijn manier van bewegen en hoe hij zichzelf presenteert, wat op zichzelf al vermakelijk is om naar te kijken. Veel van wat er muzikaal gebeurd, beeldt hij met zijn lichaam uit, en dat terwijl hij contact zoekt met het publiek of bij vlagen overweldigd wordt door stagedivend publiek. Deze man geniet van zijn werk en dat zie je daar aan af. De set is rauw, lomp en bomvol agressie. Enfin, zoals we wel van de mannen gewend zijn.
In ruim drie kwartier geven ze een dwarsdoorsnede van hun discografie. Van ouder materiaal als ‘As The Blood Runs Cold’ en ‘Declaring War’, via ‘At Love With War’ en ‘Slaves To The Rich’, naar nieuwere nummers als ‘666AM’ en ‘Be Careful’. Vooral laatstgenoemde is een bijzondere keuze aangezien deze een refrein heeft die het dichtste ooit bij clean vocals komt, op een Nasty manier. Dit wordt volop meegezongen door het publiek. De circle pit komt tot een kookpunt met ‘Rock Bottom’. Uiteindelijk sluiten ze af met ‘Shokka’ en ‘Bulletrain’, waarna het publiek gesloopt, gebroken, maar met een dikke smile weer richting huis kan.
Follow Us