Image Image Image Image Image Image Image Image Image Image

| 3 november 2024

Scroll to top

Top

Pennywise en Pulley pushen skatepunk nostalgie in de Effenaar

Pennywise en Pulley pushen skatepunk nostalgie in de Effenaar
Guido Segers

Toen ik klein was, wat zeker 20+ jaar terug is, had ik altijd een soort rivaliteit met mijn broer. Ik was voor Ajax, hij voor PSV (dit is later goedgekomen). Hij voor Manchester United, ik voor Liverpool. Alles werd verdeeld en toen we verknocht waren aan punk deden we hetzelfde. Ik was van NOFX en H2O en hij van Pennywise en Rancid. Zo werkte dat. Terwijl ik luister naar ‘Society’, in de Effenaar, op vrijdagavond, denk ik daaraan terug. Maar ik loop even voorop op de feiten.

Tekst: Guido Segers | Foto’s: Nadia Hagen

We beginnen met The Bombpops. Een bandje uit het zuiden van de States, met Jen Razavi en Remington op de vocalen. De band speelt melodische punkrock in precies de stijl die vanavond te horen gaat zijn. Maar dan met twee dames in de band, en laten we eerlijk zijn; dat was toentertijd zeldzaam. Eigenlijk is alles goed aan The Bombpops, behalve het gebrek aan originaliteit en een soort je ne sais quoi… een eigen identiteit? De vocalen van Razavi zijn wat nasaal en missen scherpte. Het is voormalig guitar tech Remington die het publiek weet aan te zwengelen en dat is maar goed ook. Drie energieke bands verdienen actie. Na een half uurtje ruimt deze band het veld in ieder geval, maar zonder een doei of dag en dat is verwarrend.

Ik bracht ooit lange tijd in het ziekenhuis door. Mijn pa zorgde ervoor dat ik mijn Punk’O’Rama cd’s (je weet wel, die samplers van het befaamde Epitaph Records, en mocht je dat niet weten; dit is je startpunt voor skatepunk 101) bij me had. Ik luisterde op repeat naar Pulley, Pennywise en vele anderen. Pulley was zeker een van de favorieten uit de toenmalige melodisch punkrock scene. Catchy, geladen met emotie en met lekkere gedreven ritmes. Maar goed, voor Pulley zijn ook twee decennia verstreken en dat hoor je in de zang en het vaak rommelige geluid. Het helpt ook niet dat de band op de een of andere manier kleine probleempjes blijft hebben en nooit op volle stoom komt. Scott Radinsky lijkt het allemaal wel gezellig te vinden, en praat vooral veel met het publiek. De punkrocker/professioneel honkballer moet er duidelijk in komen en elk nummer worden zijn vocalen beter, maar Pulley krijgt nooit die scherpe lijnen die hun muziek zo pakkend maakt te pakken. Het publiek blijft echter lauw in respons. Afgezien van het dansende punkmeisje, dat op het podium haar moves komt showen. Dat is dan het hoogtepuntje wat we van Pulley krijgen op deze avond.

Dansend punkmeisje in het midden, niet te verwarren met Scott Radinsky (links)

Het moge duidelijk zijn dat deze avond een nostalgisch karakter heeft en Pennywise, hoewel altijd de ‘band van mijn broer’, doet dat met velen. De zaal staat vol vleesgeworden ‘oudere punkrocker-memes‘. Vale shirtjes met bands die ooit goden waren en dan Pennywise op het podium, vol vuur en energie, vol gas. Het transporteert je terug. De pit komt meteen los en zeker, later in de set worden de pauzes tussen de songs langer. Ook de ‘riffjes van andere bands’ grap duurt net te lang, maar dat past mooi in het plaatje van nostalgie. Dat wil dus niet zeggen dat het viertal achterblijft in de songs. Alle favorieten komen langs, vooral veel oud spul dus. Hier heeft het publiek ook op gewacht. Shirts gaan uit, de voetjes van de vloer. Voor het podium gaat het er gemoedelijk aan toe, veel glimlachen en vuisten in de lucht.

Jen Razavi doet later in de set nog even mee op een cover van ‘Stand By Me’. Een beetje cheesy, maar daar hoor je niemand over klagen. Wel over haar vocalen die echt all over the place zijn, maar de security man die haar op zijn schouders mag ronddragen vind het allemaal prima. ‘Authority’ volgt, met een boze introtekst van bassist Fletcher. Dit is waar Pennywise in uitblinkt; opzwepende, universele teksten, en gebracht met woorden die iedereen kan begrijpen. Met energie, overtuiging en agressie. Wat daarna volgt kan iedereen raden. Iedereen heeft wel iemand verloren in de laatste jaren en dat is precies wat Jim Lindberg ons vertelt voor ‘Bro Hymn’ ingezet wordt. Het nummer dat iedereen kent van de Californische band. Het is een moment van elatie en overgave, en 20+ jaar na mijn eerste kennismaking met de band sta ik in de pit bij een nummer dat compleet tijdloos en genreoverstijgend is. Een nummer dat je nooit echt los kan laten. En dat is de vibe in de hele zaal heen. Of het nou op een hardcore matinee was, op een festival, in een zaaltje, iedereen die hier is, was hier jaren terug ook al. En laten we wel wezen, Pennywise klinkt strak, gezond en even gedreven als in de tijd dat een flip-phone het summum van hip was. Het is nostalgie, zeker. Maar nostalgie die leeft en nog steeds richting geeft. En dat is vet.