Reggae Sundance viert muziek, zon en samenzijn
Er zijn een aantal grote reggae festivals in Europa, vaak met een veel dikker volgepakte line-up dan die van het Eindhovense Reggae Sundance. Dan krijg je dat traditionele hollen van het ene naar het andere podium, maar dat hoeft dus niet bij de Karpendonkse Plas op 12 augustus. Met slechts 7 grote namen en een aantal DJ’s voor de dub en lounge areas is het een festival dat staat als een huis met natuurlijk lange traditie. Ook dit keer waren we erbij.
Tekst: Guido Segers | Foto’s: Justina Lukosiute
De dag lijkt slecht te beginnen met een enorme regenbui op de ochtend. De organisatie is echter vol vertrouwen dat de zon gaat schijnen. Het is tenslotte Reggae Sundance, nietwaar? Daardoor zullen wel veel bezoekers even afwachten of er nog meer water uit de hemel volgt, en daardoor Brandon Knights missen. We zijn iets later op het terrein dan gepland en moeten daardoor genoegen nemen met de zonnige beats van Yaksta. Je hoort de trap invloeden in zijn geluid, maar het is ook van zo’n hoog upbeat gehalte dat de wolken er wel voor moeten wijken. Yaksta is een artiest met een boodschap, die terugkeert naar basisprincipes van de reggae scene als eenheid en positieve levenskeuzes. Yaksta is er voor de jeugd en zijn geluid lijkt daar een reflectie van te zijn.
Maar de festivalweide begint zich pas echt goed te vullen als Lila Iké aan de beurt is. De jonge zangeres maakt ook deel uit van de nieuwe golf in het genre en scoorde al diverse hits sinds haar doorbraak in 2017. Met twee backing zangeressen kan de vocaliste over het podium reizen en een krachtige show neer zetten. Muzikaal is Lila Iké vrij divers in haar geluid. We hebben wat zachter, poppy liedjes, maar ook soms songs met de rauwere dancehall beats of reggaeton punch. De zangeres daagt uit wat reggae eigenlijk is en moet zijn, ook op inhoud met songs over zelfliefde, overleven en geweld tegen vrouwen.
Lila Iké is ook een van de weinige prominente artiesten uit het conservatieve Jamaica die zich als queer identificeert, te midden van een heel genre dat problematische relaties heeft met de lhbtiq+ gemeenschap. Kortom, Lila Iké is een frisse wind, maar ook ontzettend sterk op het podium. In haar glitterende outfit is ze iet te missen, maar voor ‘I Spy’ pakt ze ook de gitaar ter hande en stapt terug om ook wat ingetogenere songs te laten horen. Ook doet mede-Protoje protegé Jaz Elise even mee. Wat een set om de dag mee te starten dus!
Tussendoor worden de bezoekers aangemoedigd om de rest van het terrein te verkennen, waar bij de dub stage lekker bewogen mag worden, waar op dat moment Pacha Mama en Strawl de dienst uit maken. Of je kan altijd ergens je dekentje neerplempen en gaan liggen bij de lounge area. Het is vooral een samenzijn op het terrein vandaag, waar natuurlijk ook de nodige rookpluimen opstijgen.
Dan is het aan de ‘Bad Boys of Reggae’ op het hoofdpodium om het feest voort te zetten. Inner Circle is zo’n groep die al een mensenleven bestaat (sinds 1968 om precies te zijn) maar de nodige wisselingen doorgemaakt heeft. De Lewis broers zijn de enige constante leden. Je merkt niks van al die jaren als Trevor “Skatta” Bonnick het publiek begint op te jutten vanaf de podiumrand. De band speelt een deel van de set eigen werk, maar heeft ook een enkel probleem met een rits covers om de sfeer lekker op gang te krijgen.
De band kennen we vooral van ‘Sweat (A La La La La Long)’ en ‘Bad Boys’, logischerwijs dus ook aanwezig in de set. Maar ook ‘Boombastic’ komt langs, met de nodige heupbewegingen van een zeer energieke Bonnick. Op het einde van de set staat de hele band op die podiumrand om het publiek aan te voeren in soort gezamelijke ‘One Love’ cover met het publiek. Dat is dan toch het moment dat het festival echt ‘aan’ schakelt.
Mocht dat nog niet genoeg zijn, dan was Gentleman er klaar voor om het hele publiek wakker te schudden. De Duitser is een vreemde vogel in het door Jamaica gedomineerde genre, maar wist met doorzettingsvermogen, een natuurlijke affiniteit met de (zang)stijl en volledige omarming van rastafari overtuigingen respect af te dwingen en mag nu gezien worden als een hele grote in het genre. Dat lijkt het publiek ook zo te zien, want er wordt gedanst voor het podium op de intense dancehall en roots reggae van de man die Tilmann Otto in zijn paspoort heeft staan. Het helpt ook dat Gentleman met de Far East Band een ijzersterke backing heeft, die hem laat floreren als energieke frontman. Uiteraard duikt deze publieksmenner ook het publiek op het einde van de set om dat communale gevoel nog wat meer kracht bij te zetten.
Het lijkt er bijna op dat dit Capleton heeft wakker gemaakt. De beste man is ver in z’n vijftiger jaren, maar zijn enthousiasme is aanstekelijk. Iets wat in de backstage al voelbaar is. Op het podium lijkt het alsof hij in plaats van een set spelen, juist een soort rastafari Olga Commandeur gaat uithangen vandaag. Iedereen gaat hier met z’n handen omhoog en zwaaien, want anders is er toch van alles mis met je, beweert hij na een hele lijst verdoemnissen af te kondigen. Het werkt, want er gaat een electriciteit van het publiek uit tijdens zijn set, die door dat gestuiter wel continue met horten en stoten gaat.
Vuur is een groot thema in zijn songteksten, en zijn hel-en-verdoemnis-retoriek heeft ‘m in het verleden wel eens parten gespeeld (net als homofobe teksten), maar Capleton heeft net als diverse andere artiesten de Reggae Compassionate Act ondertekend. Vandaag is hij gehuld in een volledig oranje kostuum en met zijn donderende stem is hij over het hele terrein te horen. Zo goed als elke andere artiest staat op het podium en doet nog een stukje mee. Iedereen is natuurlijk benieuwd naar de face-off tussen Capleton en Gentleman en de twee zijn aan elkaar gewaagd. Wat een energie.
Ook bij het dub podium is het inmiddels feest en Kibir La Amlak is de dubmeister in sessie. Her en der ligt een bezoeker te slapen, en zo nu en dan moet de EHBO op pad. Wat dat betreft typisch voor een festival, maar de sfeer is wel heel anders. Geen geduw voor het podium, iedereen geeft elkaar de ruimte en de plastic bekertjes worden tot de rand toe gevuld met bier of wijn. Er staat gek genoeg een enorme rij voor de koffie, dus mensen hebben nog even een goede shot energie nodig voor de laatste van de avond, en dat is wel een hele bijzondere. Anderen pakken even rust in het laatste zonnetje op de gezellige festivalweide.
Burning Spear mag met recht een levende legende genoemd worden. Op 78-jarige leeftijd is de man een gigant tussen de andere artiesten, maar ook over het publiek daalt een soort respectvolle stilte neer als de set begint. De muziek is ingetogener, maar met een trage groove, die toch de beweging in het publiek op gang brengt. Het is een vreemde, kalmere sfeer, die meditatiever voelt. Het is dan ook muziek met een diepe religieuze betekenis voor Winston Rodney, die in 2016 toch eigenlijk met pensioen wilde gaan. Toch staat hij hier, energiek en vol overtuiging te zingen, maar ook stukken te drummen met zijn handen. De set staat natuurlijk bol van fan favorieten, als ‘Jah No Dead’, ‘Door Peep’ en ‘Old Marcus Garvey’. De liefhebbers sluiten de ogen en laten zich meevoeren door het ritme tot er toch een slot komt aan de dag met ‘African Postman’.
Het is misschien niet de spetterende energie van Capleton en Gentleman, de fun-factor van Inner Circle, of de betekenisvolle jeugdigheid van Yaksta en Lila Iké die het festival afsluit. Maar op een festivalterrein vol met enorme borden met daarop de namen van artiesten die ons ontvallen zijn, van een genre dat zoveel waarde hecht aan de roots, is Burning Spear precies het slotstuk wat past bij het kleine, maar bijzondere Reggae Sundance. En het mooie is dat het festival volgend jaar weer terugkeert.
Follow Us