Shellac gaat voor de essentie in de Effenaar

Even lekker naar de Effenaar op donderdagavond, want er staat niets minder dan het befaamde Shellac op de planning. Er is wat verwarring waar de band nu speelt, maar het is dus gewoon in de grote zaal. Afgezet en wel. Maar zonder fratsen, daar is Shellac niet van.
Schrijver: Guido Segers | Fotograaf: Patrick Spruytenburg
Een bonte mix aan publiek heeft zich verzameld in de Effenaar, maar van een opvallend lastig vast te pinnen leeftijdscategorie. Het is eigenlijk heel passend bij de stijl van Shellac. Post-hardcore heeft geen uniform, het is een beweging van eigengereidheid, met bands als Fugazi, Big Black en Hüsker Dü. Het is een tijdloos geluid van agressie en intensiteit dat mengt met muzikale innovatie. Dat merk je in de zaal.
Maar ondertussen zijn alle ogen gericht op het podium, waar Cocaine Piss er een potje van maakt. Het viertal, twee dames en twee heren, maken een soort primitive rammelrock hardcore met de excentrieke frontdame Aurélie Poppins die rollend, zittend en frantisch bewegend van hot naar her huppeld. Ondertussen gilt ze met een opvallende hoge pitch de vocalen, die even primitief en ondoordacht aanvoelen.
De Luikse band nam hun plaat ‘The Dancer’ op met niemand minder dan Steve Albini, die eveneens de unieke charme van de band erkent. Het is een soort lieflijke waanzin, die de zangeres uitdraagt. al grijpend naar zichzelf en spartelend op de vloer. Je vergeet bijna naar de band te kijken, die zonder weinig interactie een soort stroom aan geluid voortbrengen dat rammelt en piept, maar vooral geen enkele nuance vertoond. Heerlijke binnenkomer voor deze avond.
Shellac is natuurlijk de band van Steve Albini, die met Big Black faam verworf, maar tegenwoordig vooral als producer bekend staat. Van Nirvana en Godspeed you! Black Emperor tot Jimmy Page en Cheap Trick. Maar nu dus met Shellac, het langlopende project met drummer Todd Trainer en bassist Bob Weston (ook bekend van zijn productiewerk met Albini en Mission of Burma). Het is een trio dat eigenlijk niet houd van… nou ja, alles wat overbodig is. En dat is eigenlijk meteen duidelijk aan de podiumbelichting, set-up en uitstraling van de heren.
Albini heeft zijn gitaarstrap om zijn middel gewikkeld en ragt primitive melodieen op hakkende en onvoorspelbare wijze de zaal in. Geen geouwehoer, maar gewoon spelen. Weston oogt vaak als de rust zelve en de controle is ongekend op het podium. Dan noemen we het duo op de snaren, maar het ware beest van stop-go klanken is drummer Trainer, die als een maniak erop los ramt, maar ook even rap alles weer stil legt. De muziek is waanzinnig complex, maar ook superprimitief, wat het even direct maakt als de bandleden zelf.
Weston stop de set even om te vragen aan een cameragebruiker om zijn flits uit te zetten. Dat doet hij allervriendelijkst, met een uitleg waarom het niet werk en hij biedt aan om het voor de beste man te doen. Die slaat dit toch maar af. Ondertussen is Albini nog met zijn gitaar aan het klussen dus is er een korte Q&A sessie met het publiek. Het gaat allemaal supersnel env oor je het weet zijn we weer drie kwart verzonken in de volgende song. De concentratie en intensiteit zijn overweldigend en het moment dat Albini een speech gaat afsteken over luchtvaart is daarom extra vreemd. Het publiek lijkt een raar soort dialoog met hem aan te gaan, mensen roepen dingen naar hem en vertellen eigen verhalen. Het is bijna een trance na 45 minuten mechanisch-primitivisme dat om de orgen slaat. Funky, drijven en ongekend energiek is het een beetje een koud-op-je-dak moment als na een uur de set voorbij is. Mensen blijven verward staan terwijl de bandleden zelf hun spullen opruimen.
Simpel, ongecompliceerd en tot de essentie: Shellac
Follow Us