slowdive laat het universum tot rust komen op zondagavond

Er staat een stevig windje op het moment dat ik naar de Effenaar fiets langs het spoor af. Ik moet denken aan de paragliders die op zaterdagmiddag probeerden een fikse windvlaag te vangen in hun zeilen op de Gulberg, net buiten Eindhoven in Nuenen. Het dak van Brabant, hoogste punt van de provincie, mocht dat onbekend zijn. Deze wind zou ze beter passen, want gisteren kwam het niet verder dan een glijvlucht van 40/50 meter hoogte naar beneden. Maar eigenlijk is dat een beetje hoe shoegaze moet voelen… als een moeiteloze glijvlucht en een zachte landing, en dat is wat slowdive biedt.
Tekst: Guido Segers | Foto’s: Theo Visser
Soms is het genre shoegaze lastig te duiden, vooral omdat er veel bands zijn die op dat grensgebied tussen shoegaze en postrock opereren, zoals een persoonlijke favoriet Amusement Parks on Fire. Maar ja, dan kan je jezelf weer afvragen; wat is postrock eigenlijk? Wat is shoegaze? Wat is dreampop, een genre waar je exact dezelfde namen op wikipedia bij ziet staan, maar in een andere volgorde? Hoe dan ook, het laat zich prima omschrijven als een rock-gedreven geluid, wat frictieloos is, waar de luisteraar in weg kan zakken, en slowdive (opzettelijk zonder hoofdletter geschreven) uit het Britse Reading (een even ‘frictieloze’ plaats als het geluid van de band) is daar misschien wel de hoeksteen van.
Afijn, shoegaze was even hot, en toen landde grunge en britpop als een dynamietstaaf in het tranquilo shoegazemeer en was het gedaan. Jaren later keerde de band terug, en mede dankzij het gebruik als soundtrack bij reels op social media, wist de groep ook een jongere fanschare te trekken. Op Best Kept Secret 2023 liet de band 3voor12 quasi-kwijlend achter, en ze noemden de band de beste act van het weekend. En dit is de korte verklaring, waarom de band een uitverkochte Effenaar voor zich heeft vanavond.
Maar eerst Drab Majesty Het platinablond-gepruikte duo uit Los Angeles deed een track met Rachel Goswell van slowdive in 2023 en lijkt sindsdien de vaste touringbuddy te zijn van de Britten. Het duo komt op met hun glittermake-up in pak, en zwengelt de electronia aan. De gitaar legt van die scherende melodieën over de synths en drumpcomputer om tot een vet retro geluid te komen wat zo goed die hyperrealiteit van eighties nostalgie tot leven brengt. Andrew “Deb Demure” Clinco en Alex “Mona D” Nicolaou houden hun publieksinteractie beperkt tot enkele woorden van dank, dus heel veel back-and-forth is er niet. De zang die als ijle mist meesurft op de dansbare synths verraadt zo nu en dan wel de emotionele lading, zoals op ‘Oxytocin’, maar de het duo bouwt vooral een solide, consistent geluid uit.
De set is strak en foutloos, wat een beetje het robot-achtige karakter van de twee bandleden versterkt, wat op een wat loom wiegend publiek kan rekenen. Desondanks weet de band iedereen mee te slepen op reis en daarmee is de zaal geprimed voor de hoofdact van vandaag.
‘Deep Blue Day’ van Brian Eno klinkt door de zaal, waarna de lichten dimmen en de band opkomt om meteen de eerste songs in te zetten. Er zal weinig gesproken worden deze avond, op enkele woorden van dank en een kleine grap van Neil Halstead en Rachel Goswell na dan. De band laat de muziek spreken en die is meteen raak met ‘shanty’ en ‘Star Roving’. De ervaring van slowdive is als boter die smelt in de pan, als de eerste geur van nat lentegras die over hen heen komt. Het is totale immersie en de fantastische lichtshow draagt daar veel aan bij. En ja, de ogen gesloten, de instrumenten op totale focus. De enige die zich actiever opstelt, is bassist Nick Chaplin, die zijn bas staat te mangelen met spanning op zijn gezicht. En wat klinkt alles goed.
Er staat redelijk wat materiaal op het podium, maar voor de toehoorder smelt het geheel samen tot een synthese van muziek. Een synthese van sluimerende klanken, met her en der fonkelingen van gitaarloopjes of keys die accenten plaatsen. Die worden juist extra memorabel door hun spaarzaamheid. Er is ook weinig samenspel nodig tussen de bandleden. Ook wanneer Goswell de gitaar pakt, staat ze op een anderhalve meter van Christian Savill, geheel links op het podium, maar het zouden twee verschillende planeten kunnen zijn.
En ja, het publiek slaakt een collectieve en kosmische zucht als ‘Sugar for the Pill’ de zaal vult. Hoe Goswell liefdevol de zaal in kijkt tijdens de stroom muziek, met daaronder die beheerste, metronoom-precieze drums van Simon Scott. Het is bijna een spirituele ervaring te noemen, wanneer ‘When the Sun Hits’ de zaal instroomt als de eerste zonnestralen van de dag. Gesloten ogen, voeten genageld aan de grond. De geometrische vormen en dansende lijnen op het scherm versterken alleen maar meer de dromerige ervaring.
Natuurlijk is er een moment dat de band het podium verlaat, waar net te snel twee leden van de roadcrew toesnellen om alles weer te stemmen. Het publiek lijkt dan ook collectief te moeten ontwaken uit een roes, en schudt de droom van zich af voor een encore met ‘Dagger’ en ’40 Days’. Het gaat allemaal veel te snel voorbij en de realiteit voelt net wat killer als ik naar huis fiets. En net zoals de paragliders op het Dak van Brabant, landen we langzaam weer op de grond.
Follow Us