Image Image Image Image Image Image Image Image Image Image

| 14 februari 2025

Scroll to top

Top

Stroomhuis Stories: Guido over creatief onkruid en liefde

Stroomhuis Stories: Guido over creatief onkruid en liefde
Guido Segers

Wat de toekomst ook brengt, het Stroomhuis leert ons in ieder geval dat rebelse creativiteit en liefde voor muziek altijd een plek kan vinden. Collega Maartje schreef al over het tegen de stroom in gaan van een consumptiemaatschappij, waar je bij een show vaak jezelf voelt alsof je consument bent en niet deel van wat gebeurt. Voor mij is dat precies hetgene wat mij aantrekt aan live shows, dat rauwe, directe… het bevrijdende aan een hardcore band, het overweldigende van een emotionele songwriter, dat gevoel van een baslijn en drums dat via je voeten je buik bereikt op een plekkerige vloer. Ook al is het pand weg, de geest blijft hangen.

Dit keer daarover meer uit persoonlijke beleving van Guido Segers, schrijver/eindredacteur voor Eindhoven Rockcity in deze Stroomhuis Story.

Onkruid tussen de stoeptegels

In mijn herinnering is de eerste keer dat ik een bandje ging zien in het Stroomhuis, er nog geen echte ingang. Het is een beetje half naar binnenklimmen, volgens mij voor een Gruismeel avond (de reeks vette psych/punk avonden vanuit de Effenaar). Er hing één lamp en fotografen waren bang voor de nachtmerrie van daar plaatjes schieten. Je kon bier bestellen uit fles – Veltins, tot het eind, en als je mazzel had was er ook nog fris. De wijn heb ik me nooit aan gewaagd.

Harm Done door Guido Segers (ja, echt)

Als muren konden praten, fuck… Dat gebouw had toen al bergen geschiedenis en er kwam nog veel meer bij. Eagulls, Cough, Terzij de Horde, An Evening With Knives, Raylin, Harm Done, Pressure Pact/The Breed, Søwt, Agriculture, Bad Breeding, Upchuck, Årabrot en nog veel meer zag ik er. Maar ook fantastische events als Avant.WAV (hoe tof was dat feestje), de knotsgekke We MOetEn nOg STeEdS DoOr avond, en 10 hardcore bands voor een 10tje (waarbij de gasten van Churchgoers nog een WWE-achtige vechtpartij hadden). Voor mij was het Stroomhuis soms de zaal die ik wilde zien, en de band het excuus. Twee flesjes bier alstjeblieft, ja ik heb cash bij. Loungen bij new beat, verbijsterd kijken hoe iemand happen uit sinaasappels neemt in z’n speedo, dansen op Duitsige gabber met een hardloper-dans-ensemble…

Ohne Umlaut door Justina Lukosiute

Maar eigenlijk is mijn leukste herinneringen een beetje buiten het Stroomhuis om gegaan, maar het voelt zo verbonden met de plek in retrospectief. Het heeft te maken met de plaat met mijn naam erin van Tsar Bompa, ‘Serieuze Muziek voor Guido Segers in A’. Ik heb daar al eens eerder over geschreven, dus dat lees je maar terug, maar als het gaat om persoonlijke herinneringen dan is dit een formatieve (ik spreek steeds meer docent-taal vrees ik). Ik denk dat ik hier ontdekte dat je deel uitmaakt van iets groters, op je eigen bescheiden manier, als je documenteert wat er gebeurt. Dat doen we ten slotte als schrijvers. Maar dan is het bijzonder te ontdekken dat je iets kan bijdragen aan die Eindhovense scene, dat wat je doet betekenis en impact heeft, en dat liefde voor muziek voorop staat. Dank daarvoor aan Tsar Bompa dus. Ik zag de Cd’s nog lange tijd rondslingeren bij het Stroomhuis daarna, dus ik vond dit valide herinnering.

Raylin op Hardcore XL door Theo Visser

Dat je iets kan betekenen werd later ook bevestigd, toen de pandemie begon en Koen Verhees (bekend als de frequente man achter de knoppen bij het Stroomhuis) en Bob de Wit (Supernova Studio) vroegen of ik mee wilde denken over iets van shows streamen. Een paar dagen later met meer bluf en bravoure dan planning waren daar The Isolation Sessions. Als je wil, kan je gewoon iets doen, soms moet je het zelf doen en gelukkig ken ik steeds meer mensen die de wereld op die manier kleur geven. Ook dat is Stroomhuis-filosofie volgens mij. Liefde voor muziek en creativiteit.

Team Isolation Sessions, foto door Justina Lukosiute

En liefde stond voorop in het Stroomhuis, de liefde voor plakkerige vloeren, lawaaierige bands en niet lullen maar spelen. Niks klinische concertzaal, maar muren die verhalen vasthouden (en soms een beetje raar ruiken). Flesjes bier zelf in de krat doen, geen plastic bekertjes… en als er een vuilnisbak om het urinoir zit niet daaroverheen gaan pissen (krijg je het sowieso terug op je schoenen, seen it happen). Stickers plakken, soms stickers eraf pulken… Liefde voor bands die nergens op slaan, of die helemaal raak slaan (soms elkaar dus). Een plek waar van alles kan, zonder dat de focus opbrengsten is (althans niet veel meer dan nodig om het volgende feestje te vieren). Een ruimte waar je jezelf medegebruiker of deelnemer voelt, in plaats van consument. Waar je deel bent van de ervaring, zonder dat er bij elke doorgang iemand met een V-tje op z’n trui je boos aan staat te kijken (dude, het is punk, dit hoort erbij). Liefde voor het zijn en het doen en het maken. Dat moeten we dus missen, want zoiets dierbaars blijkt oh zo kwetsbaar.

Misschien is de mooiste herinnering wel aan hoe je mensen mee neemt naar zo’n plek en iedereen zich thuis voelt, op zijn/haar/hen gemak voelt, zichzelf voelt. Gedeelde herinneringen aan geweldige muziek.
Conan vastgelegd door Paul VerhagenDe laatste show die ik er zag was niet zo heel druk. Het was een ietwat vreemde avond met een electronisch tintje. Mirusi Mergina, een om onduidelijke redenen met Litouwse naam gesierd project met golven noise, gevolgd door BHPL, het project van Eindhoven Rockcity collega Maurice met harde new beat en geschreeuwde vocalen. Voor een kleine groep bezoekers tuigde hij een olievat af met een ketting, en dat was prachtig. Het was dus niet de wilde, propvolle show van sport-punks Snõõper die ik nog even meepikte op Hit The City, wat ik echt fantastisch vond, maar toch op alle fronten een hele mooie laatste keer…   Muziek die niet zomaar past, maar wel is en raakt. Muziek die niet in monetaire waarde uit te drukken is. Daarvoor is plek in de gerafelde randjes van een stad, en deze wereld heeft gerafelde randjes nodig.

Het Stroomhuis mag dan weg zijn, het vrije, ongeremde en creatieve komt telkens weer naar boven als onkruid tussen de stoeptegels. In girum imus nocte et consumimur igni.

Terzij De Horde door Paul Verhagen