The Progressive Alliance hinkt op twee gedachten in de Effenaar

Naast Dynamo Metal Fest, Faster & Louder, The Sound of Revolution en Helldorado wordt Eindhoven ook nog eens getrakteerd op het progmetal festival The Progressive Alliance. Met de bijzondere, maar sterke line-up wordt vooral een niche publiek aangesproken. Of is de kalender dit weekend gewoon overvol, gezien de toch wat tegenvallende opkomst vanavond?
Daardoor hinkt deze eerste TPA editie een beetje op 2 gedachten. Waar het goed en intens toeven is in de flink gevulde kleine zaal met vooral post-rock prog sludge, daar is het bijna ongemakkelijk kaal in de grote zaal met de meer extreme prog georiënteerde metal. En waar bovendien zwarte doeken voor een compacte intieme setting moeten zorgen.
Tekst: Maurice van der Heijden | Foto’s Paul Verhagen
Tijdens de laatste tonen van Astrosaur lopen we binnen; we horen een Mastodoniaanse climax. Volgende keer graag in de herkansing. Daarna mogen de heersers van Arabrot die ergens op het snijvlak van avant-garde en noise rock opereren. Denk aan de vreemde kant van the Melvins dus in elk nummer vliegen ze flink uit de bocht. Het progmetal publiek krijgt het moeilijk verteerd en staat stoïcijns te kijken.
Visueel is de band een niet alledaagse verschijning. Zanger/gitarist Kjetil Nernes draagt een grote zwarte hoed, cowboy boots en bretels en zangeres /synth speler Karin Park staat in een zwarte Japanse kimono met artistieke afbeeldingen van penissen en vagina’s. Het pas perfect bij de grootse grandeur van Arabrot’s sound. Een zeurend keyboard lijntje van de nieuwste plaat ‘Who do you love’ geven de explosieve nummers extra kleur. Halverwege de set gaat mevrouw Park op zijn Jarboe’s zingen met op de achtergrond een creepy synthesizer lijntje. De perfecte opmaat voor een vuil noiserock nr. Terwijl de zaal leeg loopt wordt de sfeer broeierig. De band sleept en schuurt. Het wordt ongemakkelijk en de band speelt agressiever naar een climax. De band zorgt voor een vroeg hoogtepunt. Arabrot is te vreemd voor het publiek vandaag.
Met bands in de kleine en grote zaal is het festival compact van opzet en zijn de wachttijden minimaal. Ne Obliviscaris is in de verkleinde grote zaal bezig met hun hypertechnische death metal. Twee zangers is vaak geen goed idee live en ook hier pakt het niet goed uit; een grunter en cleane zanger met de aantekening dat die laatste af en toe ook een viool erbij pakt (die behalve in de intro’s bijna niet te horen is) . Het nadeel is dat een van de zangers er de helft vd tijd er voor spek en bonen bij staat en zich dan geen houding weet aan te nemen. De cleane zang over de blast beats is elke keer volgens hetzelfde trucje en voegt weinig toe. De gunter weet ook weinig afwisseling te brengen. De band is technisch op topniveau maar qua afwisseling mag er nog wat verbeterd worden; elk nummer is vanuit hetzelfde recept. Halverwege de set verrast de band met een doomy intro (inclusief viool!) maar de cleane zang verpest het halverwege weer. Ondanks dat blijft de band een attractie voor het publiek.
Het weidse geluid van Rosetta is eindelijk te horen in een Nederlandse zaal met fatsoenlijk geluid. Achter de serieuze post-metal zitten gasten met humor. De drummer is te laat en de band vraagt aan het publiek om hem met luid gejuich te begroeten. De band heeft onder het verfijnde gitaargeluid een broeierige ambient laag zitten die lang opbouwt en heerlijk tot een climax komt. Tel de melodieën die in je hoofd blijven hangen erbij op en je hebt een dijk van een show te pakken. Voor de relatief onbekende band blijft het druk in de zaal en zelfs een compleet nieuw nummer wordt op het einde met gejuich beloond.
Na Rosetta lijkt het toch dat de vele shows van VUUR in onze regio debet is aan de duidelijk wat mindere publieke belangstelling. Of is het net de pech dat het ook nog eens etenstijd is? Desalniettemin krijgt de half gevulde grote zaal van De Effenaar in ieder geval, zoals altijd, een enthousiaste Anneke van Giersbergen voorgeschoteld. Vrolijk als altijd en omgeven met een strak musicerende band werkt VUUR zich door werk van de debuutplaat ‘In This Moment We Are Free – Cities’ en The Gentle Storm heen. Bassist Johan van Stratum inmiddels met de kenmerkende jumps en gitarist Jord Otto met strakke riffs en vurige (pun intended) solo’s. Traditioneel wordt afgesloten met de The Gathering klassieker ‘Strange Machines’.
The Ocean heeft zich al geruime tijd ontwikkeld tot een verfijnde metal band. Professioneel tot op het bot maar helaas betekent dat ook dat de scherpe randjes verdwenen zijn. Dat is vandaag niet het grootste euvel, dat is de zang van Loïc Rossetti die over het optreden heen te vlak blijft. Waar The Ocean vroeger vaak over de schreef ging blijft het nu binnen de lijntjes. Zonde, want de muzikanten hebben genoeg in hun mars om voor de overtreffende trap te gaan. Die komt toch nog met een gloednieuwe track, na in mistig blauw licht te hebben gespeeld wordt het een combinatie van geel en rood en de band knalt uit zijn voegen. Het oudje “The Great Devastator” is daarna het hoogtepunt. Mike Armine van Rosetta doet mee en gelijk heeft het vocaal gezien een stuk meer body.
Ihsahn in de grote zaal gaat furieus van start. Met een typische Ihsahn black metal riff, ratelende drums en een stuwend synthesizer geluid wordt de aandacht gelijk opgeëist. Helaas voor een halfvolle zaal want een deel van het publiek staat nog bij The Ocean of is al naar huis. De Noren laten zich niet uit het veld slaan en geven een bloemlezing uit het solowerk van de geprezen artiest. Op het snijvlak van black, progressive & heavy metal weten de heren een eigenzinnige sound te smeden die vandaag imponerend overkomt. Halverwege de set wordt gevraagd wie er met “eighties heavy metal” is opgegroeid om vervolgens een eighties metal riff in te zetten die als een huis staat in het progressieve kader van de rest van de nummer.
Doorslaggevend is de kunst van het schrijven van catchy nummers met kop en staart en dat kan je wel overlaten aan Ihsahn. Nergens verslapt de aandacht en de band heeft vandaag gekozen voor het snellere werk. De tijd vliegt, even de rust pakken met een sfeervol intermezzo om in het einde van de 75 minuten durende set “Celestial Violence” (de kenmerkende schreeuwen suizen nog steeds na in het hoofd) en “Frozen Lakes on Mars” in te zetten. Het black metal gehalte blijft hoog in afsluiter “Wake” van het laatste album ‘Àmr’. De black metal artiest heeft bewezen Emperor niet nodig te hebben om te imponeren.
Follow Us