Ulrika Spacek bedwelmt het Stroomhuisje op Zondagavond
Op zondagavond staat er weer wat op de planken in het Stroomhuis op een Gruismeel avond. Dat is tegenwoordig een seal of approval voor alles met een stevige gtitaarsound om lekker in weg te zakken. Vandaag komt Ulrika Spacek een goed gevulde zaal vermaken samen met Spirit Valley. De opkomst is goed en de muziek als leuk omschrijven is een dikke understatement.
Foto’s: Justina Lukosiute | Tekst: Guido Segers
Ulrika Spacek verraste al eerder op Eindhoven Psych Lab met hun prettig in het gehoor liggende sound. De band heeft inmiddels een aardige reputatie opgebouwd als live act en bracht ook tweede album Modern English Decoration uit. Fijn om deze heren nog eens in zo’n klein zaaltje te mogen zien.
Het openende duo komt oorspronkelijk uit Australië, maar verkaste naar Amsterdam. Met hun bijozndere sound, tekende de band ook bij Fuzz Club (waar ook Radar Men From The Moon hun muziek uitbrengt). Spirit Valley start met tikken op de rand van de drum om vervolgens een gedreven, lijzige beat in te zetten. Ondertussen speelt Dave Tomlinson een Twilight Zone-achtig riedeltje op de toetsen. daardoor krijg je een soort krautrock synth die toch aardig meeslepend is. Met gitaar in plaats van toetsen komt de band pas echt tot zijn recht. Dan wordt het geluid een stuk vrijer en vloeiender.
Een steady golf trekt je mee de vallei in van trancy doomshine boogie. Repetitieve partijen en flink wat distortion geeft dat meezuigende effect extra kracht. Ook lijkt er een scheut new wave in het geluid gegoten te zijn, wat dit een pakkende ervaring maakt. Als dan de gitaarsnaren sneuvelen, wordt er weer even naar de toetsen geswitched, maar ook dat klinkt dit keer een stuk grootser met een gothic vibe. Chris Stabback weet de ritmes lekker neer te leggen met het juiste soort groove om lekker op mee te knikken. Werkelijk een bijzonder fijne sound van dit duo. De band speelt nog even lekker door, maar dan gaan we toch ons opmaken voor de Britse headliner.
Met projecties vol ruis en flitsende lampen wordt het aanschouwen van Ulrika Spacek een enigszins obscure ervaring. Het geluid is bedeesd, zoetjes bijna. Enkel de drums lijken een vuist te maken, terwijl er een donzen muur van geluid wordt opgetrokken door de vier snaarinstrumenten. Het hele geluid staat op van die strakke motorik ritmes, maar met een lome shoegaze-slag. Deze houden de luisteraar in continue spanning, zonder die ooit echt voelbaar te maken. Het publiek wiegt lekker mee op de prettige deuntjes met gesloten ogen. De set stroboscopen mag gerust intens genoemd worden voor zo’n kleine zaal en dan zijn gesloten ogen ook fijner.
Nummers van de nieuwe plaat zijn nog een tikje meer frivool en zonnig. De band staart echter collectief naar de vloer. Hoort er een beetje bij natuurlijk. De enige die zo nu en dan oogcontact maakt is zanger Rhys Edwards. Zo nu en dan kondigt hij aan of een nummer van de eerste of tweede plaat afkomstig is. Komisch momentje nog als de band een nummertje inzet in de verkeerde key, maar snel op de rem trapt: “Good that we stopped it there, or it would have been so awkward…”. Ik betrap mezelf erop af en toe naar de lichtjes op het plafond te kijken terwijl de muziek me betovert. Fijne klanken om lekker in weg te zakken laten de bezoekers als bedwelmd achter. Telkens als de muziek stopt is het even terug uit de wolken.
Follow Us